verbes

 0    304 flashcards    thomasgeeraerts
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
verlaten
start learning
abandonner
uitmonden, uitlopen (op); uitdraaien (op)
start learning
aboutir
toestaan
start learning
accorder
onthalen, ontvangen,
start learning
accueillir
beschuldigen
start learning
accuser
verwerven
start learning
acquérir
toegeven
start learning
admettre
aannemen
start learning
adopter
toewijzen; ontroeren
start learning
affecter
bevestigen; duidelijk tonen
start learning
affirmer
handelen
start learning
agir
verbeteren
start learning
améliorer
leiden tot, brengen
start learning
amener
verschijnen
start learning
apparaître
behoren; toebehoren
start learning
appartenir
toepassen
start learning
appliquer
meebrengen
start learning
apporter
waarderen
start learning
apprécier
ondersteunen; duwen; drukken
start learning
appuyer
stoppen
start learning
arrêter (s’)
gebeuren
start learning
arriver
(neer) zetten
start learning
asseoir
bereiken
start learning
atteindre
vermeerderen; verhogen; toenemen; stijgen
start learning
augmenter
toelaten, toestaan
start learning
autoriser
laten zakken, dalen
start learning
baisser
slaan
start learning
battre
genieten, voordeel halen
start learning
bénéficier
ophouden, stoppen
start learning
cesser
laden; belasten
start learning
charger
bestrijden
start learning
combattre
bestellen
start learning
commander
begaan
start learning
commettre
bevatten; bestaan uit
start learning
comporter
rekenen
start learning
compter
betreffen
start learning
concerner
ontwerpen
start learning
concevoir
besluiten, afsluiten
start learning
conclure
veroordelen
start learning
condamner
toevertrouwen
start learning
confier
kennen
start learning
connaître
besteden
start learning
consacrer
aanraden
start learning
conseiller
bewaren
start learning
conserver
beschouwen
start learning
considérer
bestaan uit
start learning
consister
vormen; betekenen; zijn
start learning
constituer
bevatten
start learning
contenir
(zich) tevreden stellen
start learning
contenter
bijdragen tot
start learning
contribuer à
controleren
start learning
contrôler
overtuigen
start learning
convaincre
geschikt zijn, passen
start learning
convenir
kosten
start learning
coûter
vrezen
start learning
craindre
creëren, scheppen
start learning
créer
ontgoochelen
start learning
décevoir
beschrijven; omschrijven
start learning
décrire
verdedigen, verbieden
start learning
défendre
definiëren
start learning
définir
losmaken, vrijmaken; ontheffen van
start learning
dégager
blijven
start learning
demeurer
passeren, inhalen; overschrijden; uitsteken
start learning
dépasser
afhangen
start learning
dépendre
verplaatsen, verzetten
start learning
déplacer
neerleggen; indienen
start learning
déposer
aanwijzen, aanduiden
start learning
désigner
bestemmen
start learning
destiner
bepalen
start learning
déterminer
ontwikkelen
start learning
développer
worden
start learning
devenir
leiden, runnen
start learning
diriger
beschikken
start learning
disposer
verdelen, uitdelen; bezorgen, leveren
start learning
distribuer
geven
start learning
donner
niet slagen, mislukken
start learning
échouer
schrijven
start learning
écrire
uitvoeren
start learning
effectuer
oprichten; verhogen; opvoeden
start learning
élever
verhinderen
start learning
empêcher
gebruiken; tewerkstellen
start learning
employer
meenemen
start learning
emporter
(ont)lenen
start learning
emprunter
(ver)binden; in dienst nemen
start learning
engager
registreren; opnemen
start learning
enregistrer
meeslepen, meevoeren; met zich meebrengen; oefenen
start learning
entraîner
onderhouden
start learning
entretenir
overwegen
start learning
envisager
hopen
start learning
espérer
waard zijn, achten
start learning
estimer
vastleggen; uitwerken, opstellen
start learning
établir
(uit)strekken, uitspreiden; uitbreiden
start learning
étendre
vermijden
start learning
éviter
oproepen, voor de geest halen; vermelden, ter sprake brengen
start learning
évoquer
onderzoeken
start learning
examiner
eisen
start learning
exiger
tonen; blootstellen
start learning
exposer
voorkomen, vermeld staan
start learning
figurer
(be)ëindigen
start learning
finir
stichten, oprichten
start learning
fonder
verschaffen; leveren
start learning
fournir
(be)houden; bewaken, toezicht houden
start learning
garder
beheren, besturen, managen
start learning
gérer
niet weten
start learning
ignorer
betrekken; inhouden, met zich meebrengen
start learning
impliquer
opleggen
start learning
imposer
aanduiden, aangeven
start learning
indiquer
verontrusten
start learning
inquiéter
verbieden
start learning
interdire
interesseren, belangstelling wekken
start learning
intéresser
ondervragen
start learning
interroger
tussenkomen
start learning
intervenir
aansluiten; toevoegen bij; samenbrengen, verzamelen
start learning
joindre
verantwoorden
start learning
justifier
(op)heffen; opsteken
start learning
lever
bevrijden; ontheffen (van)
start learning
libérer
(ver)binden, linken
start learning
lier
leveren
start learning
livrer
vechten; zich verzetten tegen
start learning
lutter
behouden; in stand houden, handhaven
start learning
maintenir
eten
start learning
manger
blijk geven van; betogen
start learning
manifester
(be)dreigen
start learning
menacer
leiden
start learning
mener
verdienen
start learning
mériter
tonen
start learning
montrer
geboren worden
start learning
naître
voeden
start learning
nourrir
verplichten
start learning
obliger
bekomen
start learning
obtenir
bezetten, bekleden
start learning
occuper
opereren; uitvoeren
start learning
opérer
plaatsen tegenover; tegenwerpen, inbrengen tegen
start learning
opposer
lijken, (ver)schijnen
start learning
paraître
(ver)delen
start learning
partager
deelnemen
start learning
participer
bereiken, aankomen
start learning
parvenir
toestaan
start learning
permettre
behagen, bevallen, aanstaan
start learning
plaire
zetten; stellen
start learning
poser
bezitten
start learning
posséder
beoefenen; toepassen
start learning
pratiquer
verduidelijken
start learning
préciser
verkiezen, de voorkeur geven aan
start learning
préférer
voorbereiden; maken
start learning
préparer
beweren
start learning
prétendre
uitlenen
start learning
prêter
verwittigen, waarschuwen; voorkomen
start learning
prévenir
ontnemen, beroven; ontzeggen
start learning
priver
te werk gaan
start learning
procéder
produceren, maken
start learning
produire
uitspreken
start learning
prononcer
voorstellen
start learning
proposer
bewijzen
start learning
prouver
uitdagen; veroorzaken, uitlokken
start learning
provoquer
publiceren
start learning
publier
kwalificeren, plaatsen
start learning
qualifier
verlaten
start learning
quitter
terugbrengen
start learning
ramener
meebrengen, terugbrengen
start learning
rapporter
dichterbij brengen, benaderen; samenbrengen
start learning
rapprocher
reageren
start learning
réagir
verwezenlijken, tot stand brengen, waarmaken
start learning
réaliser
ontvangen, krijgen
start learning
recevoir
zoeken naar, opsporen; onderzoeken
start learning
rechercher
met aandrang vragen, eisen
start learning
réclamer
herkennen, erkennen
start learning
reconnaître
verzamelen
start learning
recueillir
verminderen
start learning
réduire
nadenken
start learning
réfléchir
regelen; betalen
start learning
régler
spijt hebben
start learning
regretter
verwerpen
start learning
rejeter
vergezellen; aansluiten bij
start learning
rejoindre
oprichten; staan; omhoog richten
start learning
relever
uitstellen
start learning
remettre
versterken
start learning
renforcer
afzien (van), opgeven, ophouden (met)
start learning
renoncer
vernieuwen; hernieuwen, verlengen
start learning
renouveler
wegsturen; ontslaan
start learning
renvoyer
herhalen
start learning
répéter
antwoorden
start learning
répondre
vertegenwoordigen
start learning
représenter
reserveren; bewaren
start learning
réserver
oplossen
start learning
résoudre
lijken (op)
start learning
ressembler
onthouden; weerhouden
start learning
retenir
bijeenbrengen; verenigen
start learning
réunir
slagen
start learning
réussir
onthullen
start learning
révéler
grijpen
start learning
saisir
tevredenstellen, bevredigen; voldoening geven, tevreden stellen
start learning
satisfaire
lijken
start learning
sembler
scheiden
start learning
séparer
tekenen
start learning
signer
betekenen
start learning
signifier
wensen
start learning
souhaiter
(op)tillen, opheffen
start learning
soulever
onderstrepen, onderlijnen
start learning
souligner
onderwerpen; voorleggen
start learning
soumettre
(onder) steunen
start learning
soutenir
ondergaan
start learning
subir
veronderstellen
start learning
supposer
verrassen
start learning
surprendre
bewaken
start learning
surveiller
opwekken; veroorzaken
start learning
susciter
getuigen
start learning
témoigner
proberen
start learning
tenter
nagaan, checken
start learning
vérifier
beogen; richten; mikken; raken
start learning
viser
bevoordelen, begunstigen, bevorderen
start learning
favoriser
voorafgaan
start learning
précéder
overeenstemmen (met), overeenkomen; corresponderen
start learning
correspondre
overbrengen, overdragen, overmaken
start learning
transmettre
vereenzelvigen; identificeren; herkennen
start learning
identifier
aflopen, ontrollen, afwikkelen; ontvouwen
start learning
dérouler
toeschrijven; toewijzen, toekennen
start learning
attribuer
aan het licht brengen, aan de kaak stellen, aanklagen; aangeven
start learning
dénoncer
(in)ruilen, (uit)wisselen, (in)wisselen
start learning
échanger
uitschakelen, uitsluiten; verwijderen, elimineren
start learning
éliminer
uitsluiten
start learning
exclure
(ver)kiezen
start learning
élire
suggereren, voorstellen
start learning
suggérer
onderbreken; verbreken
start learning
interrompre
verenigen; bundelen
start learning
unir
overschrijden; oversteken
start learning
franchir
verwijderen
start learning
écarter
omringen
start learning
entourer
aansnijden, benaderen, aanspreken
start learning
aborder
verwijderen, wissen
start learning
supprimer
investeren
start learning
investir
aantonen
start learning
démontrer
(af)wegen
start learning
peser
voelen, ervaren, ondervinden
start learning
ressentir
vluchten; zijn toevlucht zoeken; schuilen
start learning
se réfugier
verwijten
start learning
reprocher
verdelen
start learning
diviser
afstaan
start learning
céder
voortkomen, afkomstig zijn
start learning
provenir
vergelijken
start learning
comparer
verwijderen, weghouden
start learning
éloigner
bedriegen
start learning
tromper
toenemen, vermeerderen; uitbreiden; doen aangroeien
start learning
accroître
storten; (in)schenken
start learning
verser
verminderen
start learning
diminuer
samenvatten
start learning
résumer
aarzelen
start learning
hésiter
bekennen
start learning
avouer
voltooien, afmaken
start learning
achever
verzamelen
start learning
rassembler
verbeteren
start learning
corriger
evolueren; (zich) ontwikkelen
start learning
évoluer
waarnemen; ontvangen
start learning
percevoir
verbinden
start learning
relier
onderhandelen
start learning
négocier
dromen
start learning
rêver
overtuigen
start learning
persuader
interpreteren, duiden; tolken; vertolken
start learning
interpréter
in de echt verbinden
start learning
marier
(af)dalen, naar beneden gaan; naar beneden brengen
start learning
descendre
uitvouwen, uitrollen; aanwenden; inzetten
start learning
déployer
integreren, invoegen (in een geheel)
start learning
intégrer
financieren, bekostigen
start learning
financer
ontkennen, loochenen; niet erkennen, betwisten
start learning
nier
verwonderen, verbazen
start learning
étonner
toegang hebben (tot); inwilligen, toestaan; bereiken
start learning
accéder (à)
recupereren, op krachten komen; terugwinnen, terugkrijgen, terughalen
start learning
récupérer
uitrusten (met), voorzien (van)
start learning
doter (de)
uitzenden, uitsturen; uitdrukken, uiten
start learning
émettre
hellen, scheef hangen; neigen tot, overhellen
start learning
pencher
op zich nemen; bewust accepteren
start learning
assumer
vooruitgaan, vorderen
start learning
progresser
afsluiten, dichten
start learning
clore
herstellen
start learning
rétablir
weerspiegelen, reflecteren
start learning
refléter
regeren; heersen
start learning
régner
opmerken
start learning
apercevoir
vermelden
start learning
mentionner
onderscheiden
start learning
distinguer
ontginnen; uitbaten; uitbuiten
start learning
exploiter
waken
start learning
veiller
duidelijk uitkomen
start learning
ressortir
verzwijgen
start learning
taire
ondervinden, voelen, ervaren; op de proef stellen
start learning
éprouver
kunnen stikken, barsten (informeel)
start learning
foutre
bewaren, beschermen, behouden
start learning
préserver
uitvoeren, verrichten
start learning
exécuter
breken
start learning
briser
teruggaan; achteruitgaan; wijken
start learning
reculer
groeien, vergroten
start learning
grandir
ontwikkelen; uitwerken
start learning
élaborer
het hoofd bieden aan, trotseren; tegenover elkaar plaatsen
start learning
affronter
barsten, uiteenspatten; losbarsten, uitbarsten, uitbreken; ontploffen
start learning
éclater
(ver)mengen; verwarren; bijeenbrengen, combineren
start learning
mêler
uitrekken, wijder worden; verbreden, verruimen, uitbreiden
start learning
élargir
vluchten
start learning
fuir
uitvinden
start learning
inventer
bevelen; ordenen
start learning
ordonner
tegenspreken, twisten; betwisten, in twijfel trekken
start learning
contester
bezorgd maken, verontrusten, bezig houden
start learning
préoccuper
aanbevelen
start learning
recommander
uitzenden, verspreiden
start learning
diffuser
insluiten, invoegen, bijvoegen
start learning
inclure
(op)vullen, dichten
start learning
combler

You must sign in to write a comment