Verbs 4

 0    18 flashcards    guest3759052
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
ride along - rode along - rode along
start learning
meerijden - reed mee - h meegereden
it was a pleasant surprise - it was a pleasant surprise - it was a pleasant surprise
start learning
meevallen - viel mee - z meegevallen
must - had to - had to
start learning
moeten - moest- h gemoeten
may - could - may
start learning
mogen - mocht - h gemogen
think - thought - h thought
start learning
nadenken - dacht na - h nagedacht
take - took - h taken
start learning
nemen - nam - h genomen
take - took - taken
start learning
nemen - nam - genomem
to deal with – went around – has been around
start learning
omgaan - ging om - is omgegeaan
interrupt - interrupted - h interrupted
start learning
onderbreken - onderbrak - h onderbroken
investigate - investigated - h investigated
start learning
onderzoeken - onderzocht - h onderzocht
breakfast - had breakfast - h had breakfast
start learning
ontbijten - ontbeet - h ontbeten
remember- remembered- h remember
start learning
onthouden- onthield- h onthouden
fire - fired - fired
start learning
ontslaan - ontsloeg- h ontslagen
came into being - came into being - came into being
start learning
ontstaan- ontstond- is ontstaan
relax - relaxed - h relax
start learning
ontspannen zich - ontspande zich - h ontspannen
received - received - received
start learning
ontvangen - ontving - h ontvangen
gain - did on - h gained
start learning
opdoen - deed op - h opgedaan
drink up - drink up - drunk up
start learning
opdrinken - drink op - opgedronken

You must sign in to write a comment