→ Nieregularne → Start Learning / Download MP3 Flashcards

start learning

Question		Answer
overvliegen vloog over/vlogen over (zijn/hebben) overgevlogen start learning		przelecieć
lopen liep/liepen (hebben/zijn) gelopen start learning		spacerowac
gaan over ging over/gingen over (zijn) gegaan over start learning		przejść
ontstaan ontstond/ontstonden (zijn) ontstaan start learning		powstać
vergeten vergat/vergaten (hebben/zijn) vergeten start learning		zapominac
klimmen klom/klommen (hebben/zijn) geklommen start learning		wspinać się
zwemmen zwom/zwommen (hebben/zijn) gezwommen start learning		pływać
laten liet/lieten (hebben) gelaten start learning		pominąć, zostawić
zingen zong/zongen (hebben) gezongen start learning		śpiewać
lachen lachte/lachten (hebben) gelachen start learning		śmiać się
vallen viel/vielen (zijn) gevallen start learning		spadać
verdwijnen verdween/verdwenen (zijn) verdwenen start learning		znikać
ophouden hield op/hielden op (hebben/zijn) opgehouden start learning		zatrzymać
langslopen liep langs/liepen langs (zijn) langsgelopen start learning		wpaść
aflopen liep af/liepen af (hebben/zijn) afgelopen start learning		kończyć się
opschieten schoot op/schoten op (hebben/zijn) opgeschoten start learning		śpieszyc się
ruiken rook/roken (hebben) geroken start learning		wąchać
Steven stak/staken (hebben) gestoken start learning		wstawiać
wegen woog/wogen (hebben) gewogen start learning		odchodzić
bakken bakte/bakten (hebben) gebakken start learning		piec
gieten goot/goten (hebben) gegoten start learning		wlewać
snijden sneed/sneden (hebben) gesneden start learning		ciąć
liggen lag lagen hebben gelegen start learning		leżeć
kiezen koos/kozen (hebben) gekozen start learning		wybierać
opeten at op/aten op (hebben) opgegeten start learning		dojadać
bestaan bestond/bestonden (hebben) bestaan start learning		egzystowac
opdienen diende op/dienden op (hebben) opgediend start learning		podawać

nieregularne

You must sign in to write a comment

More