→ Nancy → Start Learning / Download MP3 Flashcards

Question		Answer
grapje start learning		żarcik
zelfs start learning		nawet
verdomme start learning		cholera
laten we gaan fietsen start learning		Chodźmy na rower
verdorie start learning		cholerka
graag zelfs start learning		nawet bardzo chetnie
heb je zin om thuis te komen? start learning		chcesz wrócić do domu?
de boek gaan over start learning		Książka jest o
straks start learning		wkrótce
dat kan je toch niet menen start learning		nie możesz mieć tego na myśli
lachen start learning		smiać się
snappen start learning		ogarniać
ik snap het start learning		Rozumiem
ik snap er geen bal van start learning		nie ogarniam
het regent pijpestelen start learning		leje jak z cebra
beslissen start learning		zdecydować
vuil start learning		brudny
haten start learning		nienawidzić
schat start learning		skarb
jij bent aan het dromen start learning		bujasz w obłokach
dadelijk start learning		natychmiast
vrolijk start learning		wesoły
even dromen start learning		chwilkę pomarzyć
inlopen start learning		wejść
nog eens start learning		coś się dzieje raz
bovendien start learning		ponadto
dat is niet erg start learning		nie szkodzi
bang zijn start learning		bać się
leeg start learning		pusty
vol start learning		pełny
geluk brengen start learning		przynieść szczęście
dom start learning		głupi
stom start learning		debil
hoezo start learning		jak to?
de trip/ het uitstapje start learning		wycieczka
overal start learning		wszędzie
niets in huis hebben start learning		nie ma nic w domu (w lodówce)
meteen/ on middellijk start learning		natychmiast
komaan start learning		come on
ik weet/ ben niet zeker start learning		Jestem / nie jestem pewien
bezorgdheid start learning		niepokój
snel/vlug start learning		szybki
langzaam start learning		powoli
de attentie/ de aandacht start learning		uwaga
erg start learning		strasznie
de bestemming start learning		Miejsce docelowe
aansporen start learning		pospieszny
het kanaal start learning		kanał
het verhaal start learning		opowieść
vooruit start learning		no dalej
aanbidding start learning		objawienie
ik ben blij/het doet me plezier start learning		jestem zadowolona
het spoor start learning		tor
het peron start learning		peron
torens start learning		wieża/wieże
domineren start learning		dominować
het retour/ heen en terug start learning		bilet tam i spowrotem
hoor eens start learning		słuchaj
de wolindustrie start learning		przemysł włókienniczy
de vertraging start learning		opóźnienie
haven start learning		port
leiden naar start learning		prowadzić do
hoe zal ik het zeggen? start learning		jak mam to powiedzieć?
verliefd zijn op start learning		zakochany
interesse hebben voor start learning		zainteresowany
geinteresseerd zijn in start learning		interesować sie
zwijgen start learning		milczeć
babbelen start learning		gadać o niczym
sociaal start learning		społeczny
enthousiast start learning		entuzjastyczna
aardig start learning		miła
het detail start learning		detal
aandacht hebben voor start learning		zwracać uwagę na
meesterwerk start learning		arcydzieło
boos zijn op start learning		zły na
kwaad zijn op start learning		wsciekły na
slecht start learning		złyz charakteru
verschrikkelijk= erg= vreselijk start learning		Straszliwe
het lied liederen start learning		pieśń
het liedje start learning		piosenka
de diepte start learning		głębokość, głebia
de grootte start learning		wielkość
de breedte start learning		szerokość
de lengte start learning		długość
de zwaarte start learning		ciężkość
de boer start learning		wieśniak
kritiek hebben/geven op start learning		krytykować
eenstemming start learning		jednoglosnie
meerstemming start learning		niejednogłosnie
het gevoel start learning		uczucie
de stap start learning		krok
van vlees en bloed start learning		z krwi i kości
de figuur start learning		figura
de god start learning		bóg
de hoogte start learning		wysokość
de lijn start learning		linia
de mode start learning		moda
de periode start learning		okres
de schilder start learning		malarz
de stem start learning		głos
bekend start learning		znany
internationaal start learning		międzynarodowy
klassiek start learning		klasyczny
totaal start learning		całkowity
ontstaan start learning		powstawać
in het begin start learning		Na początku
charmant start learning		uroczy
spontaan start learning		spontaniczny
uitleggen start learning		wyjaśniać
de gids start learning		przewodnik
de meter start learning		wskaźnik
de wol start learning		Wełna
het handelcentrum start learning		centrum handlowe
het loket start learning		licznik
het treinkaartje start learning		bilet na pociag
het voorbeeld start learning		Przykład
hedendaags start learning		nowoczesny
middeleeuws start learning		Średniowieczny
weleens start learning		czasami
binnenrijden start learning		wjeżdżać
de bakker start learning		piekarz
de slager start learning		Rzeźnik
het geluk start learning		szczęście
dicht start learning		blisko
typisch start learning		typowy
beloven start learning		obiecywać
praten/ praatte/ praatten/ h gepraat start learning		mówić
de afspraak start learning		spotkanie
de piano start learning		pianino
de sonate start learning		sonata
beslissen start learning		zdecydować
dromen start learning		śnić
klaarmaken start learning		przygotować
pianospelen start learning		gra na pianinie
liggen lag/lagen hebben gelegen start learning		leżec
heten heette/heetten hebben geheten start learning		nazywać
wonen woonde/woonden hebben gewoond start learning		Mieszkać
vertrekken vertrok/vertrokken zijn vertrokken start learning		odejść
ontmoeten ontmoette/ontmoetten hebben ontmoet start learning		spotkać
zullen zou/zouden start learning		shall
bezoeken bezocht/bezochten hebben bezocht start learning		odwiedzić
zoeken zocht/zochten hebben gezocht start learning		szukać
nemen nam/namen hebben genomen start learning		brac
geven gaf/gaven hebben gegeven start learning		dawać
wandelen wandelde/wandelden hebben/zijn gewandeld start learning		chodzenie wędrówki / chodzili / chodził
voorstellen stelde voor/stelden voor hebben voorgesteld start learning		przedstawiać
logeren logeerde/logeerden hebben gelogeerd start learning		nocować
waaien waaide/waaiden hebben gewaaid start learning		wiać
wat is er? start learning		Co jest?
ik wilde je alleen uit bed hebben start learning		Chciałam tylko zebys wstał
dat is niet aardig van je start learning		nie jest to miłe z twojej strony
naar zee start learning		nad morze
maak mij niet uit start learning		nie obchodzi mnie
laten we gaan fietsen start learning		Chodźmy na rower
wensen start learning		życzyć
ik ben naar de radio aan het luisteren start learning		Słucham radia
opeens start learning		nagle
een paar start learning		kilka
heel graag zelfs start learning		Nawet bardzo chętnie
rond vier uur start learning		około czwartej
jaloers op start learning		zazdrosny o
vuil start learning		brudny
vrolijk start learning		wesoły
rustig start learning		cichy
bedoelen start learning		miec na mysli
op bezoek start learning		z wizyta
bellen voor een afspraak start learning		zadzwonic ws. spotkania
opnemen start learning		odbierac telefon
sta ik altijd voor je klaar start learning		zawsze jestem dla Ciebie
ik ben bang voor morgen start learning		Boję się jutra

Nancy

You must sign in to write a comment

More