Deel 5 Woorden van Nederlands

 0    36 flashcards    hgfffguyg
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
groen: het gras is groen
start learning
أخضر: العشب أخضر
kletsen: we kletsen elke dag met vrienden
start learning
الدردشة: نتحدث مع الأصدقاء كل يوم
De lift; ik neem de lift naar vijfde verdieping
start learning
المصعد؛ أستقل المصعد إلى الطابق الخامس
De metro: de metro is snel in de stad
start learning
المترو: المترو سريع في المدينة
missen; ik mis de bus altijd
start learning
أفتقد؛ دائماً ما أفوت الحافلة
Het openbaar vervoer: openbaar vervoer is handig in de stad
start learning
المواصلات العامة: المواصلات العامة مريحة في المدينة
Het park; we gaan wandelen in het park
start learning
الحديقة؛ سنذهب في نزهة في الحديقة
De parkeerplaats; de parkeerplaats is vol
start learning
موقف السيارات؛ موقف السيارات ممتلئ
regelmatig: ik sport regelmatig
start learning
بانتظام: أمارس الرياضة بانتظام
De speeltuin: de kinderen spelen in de speeltuin
start learning
الملعب: يلعب الأطفال في الملعب
spelen: we spelen voetbal in het park
start learning
اللعب: نلعب كرة القدم في الحديقة
De struik: er staat een struik naast het huis
start learning
الشجيرة: توجد شجيرة بجوار المنزل
tevreden; ik ben tevreden met mijn werk
start learning
راضٍ؛ أنا راضٍ عن عملي
Het verkeer: het vekeer is druk in de ochtend
start learning
حركة المرور: تكون حركة المرور كثيفة في الصباح
voetballen: de jongens voetballen na school
start learning
كرة القدم: يلعب الأولاد كرة القدم بعد المدرسة
zoveel: er zijn zoveel mensen hier
start learning
كثيرون جداً: هناك الكثير من الناس هنا
De activiteit: er is veel activiteit in de stad
start learning
النشاط: هناك الكثير من النشاط في المدينة
De begane grond: de winkel is op de begane grond
start learning
الطابق الأرضي: يقع المتجر في الطابق الأرضي
De bibliotheek: ik leen een boek in de bibliotheek
start learning
المكتبة: أستعير كتابًا من المكتبة
Het buurtcentrum: het buurtcentrum organiseert activiteiten
start learning
المركز المجتمعي: ينظم المركز المجتمعي الأنشطة
De deelnemer: elke deelnemer krijgt certificaat
start learning
يحصل كل مشارك على شهادة.
gebeuren: wat gaat er gebeuren?
start learning
يحدث: ماذا سيحدث؟
De groep: de groep studenten is groot
start learning
المجموعة: مجموعة الطلاب كبيرة
hoeven: je hoeft niet te komen (hoeft niet في النفي)
start learning
لست مضطراً للمجيء (لست مضطراً للمجيء)
Iemand: iemand belt aan de deur
start learning
شخص ما: شخص ما يقرع جرس الباب
De ingang: de ingang is aan de achterkant
start learning
المدخل: المدخل في الخلف
De krant: ik lees de krant elke ochtend
start learning
الصحيفة: أقرأ الصحيفة كل صباح
De medewerkster: de medewerkster helpt de klanten
start learning
الموظف: يساعد الموظف العملاء
oefenen: we oefenen de Nederlandse taal
start learning
ممارسة: نحن نمارس اللغة الهولندية
Het onderwerb; het onderwerb van de les is grammatica
start learning
موضوع الدرس هو قواعد اللغة
organisersn: we organiseren een feest
start learning
المنظمون: ننظم حفلة
precies: het is precies wat ik bedoelde
start learning
بالضبط: هذا ما قصدته بالضبط
Het spelletje: de kinderen spelen een spelletje
start learning
اللعبة: يلعب الأطفال لعبة
De taal: Nederlands is een moeiklijke taal
start learning
اللغة: اللغة الهولندية لغة صعبة
Het taalcafe: ik ga naar het taal cafe om Nederlands te spreken
start learning
مقهى اللغات: أذهب إلى مقهى اللغات لأتحدث اللغة الهولندية
De taalcoach: de taalcoach helpt mij met spreken
start learning
مدرب اللغة: يساعدني مدرب اللغة في التحدث

You must sign in to write a comment