sterke ww 4

 0    40 flashcards    joannasedk
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
to worship, adore
start learning
aanbidden, aanbad, aanbeden
raising, beginning, starting, initiate
start learning
aanheffen - hief aan - aangeheven
to light up, infect
start learning
aansteken, stak aan, hebben aangestoken
recommend
start learning
aanraden - raadde aan - h. aangeraden
kapot maken
start learning
afbreken, brak af, afgebroken
expire, are finished
start learning
aflopen, liep af, zijn afgelopen
odradzać, zniechecac
start learning
afraden - ried af (of: raadde af) - afgeraden
scare off - scare off
start learning
afschrikken - schrikte af - afgeschrikt
cut off - cut off - cut off
start learning
afsnijden - sneed af - afgesneden
resign, withdraw,
start learning
aftreden - trad af - afgetreden
spoil, spoiled, h / z. spoiled
start learning
bederven, bedierf, h/z. bedorven
to cheat; deceived; cheated
start learning
bedriegen; bedroog; bedrogen
buried - buried - buried
start learning
begraven - begroef - begraven
fight against, zwalczyć
start learning
bestrijden - bestreed - bestreden
are - found - found
start learning
bevinden - bevond - bevonden
pray - pray - prayers
start learning
bidden - bad - gebeden
tie; bond; be bound to
start learning
binden; bond; gebonden
blow with mouth
start learning
blazen/blies/heeft geblazen
to knit, robić na drukach
start learning
breien - breide - gebreid
bend / bow / has bent
start learning
buigen/boog/heeft gebogen
mine, dig - gold delven
start learning
delven - dolf (of: delfde) - gedolven
dripping
Mijn broek druipt van de regen
start learning
druipen - droop - gedropen
dive / dove / h_z dived
start learning
duiken/dook/h_z gedoken
dare - dared - daring
start learning
durven - durfde - gedurfd
experienced
start learning
ervaren, ervoer/ervaarde, ervaren
dziedziczyć
start learning
erven - erfde - geërfd
whistle, whistled, h. whistled
start learning
fluiten, floot,h. gefloten
give, offer, provide,
start learning
gebieden - gebood - geboden
apply, be valid, count
start learning
gelden, gold,h. gegolden
hier gelden andere regels
heal, cure
start learning
genezen-h. genezen-genas/genazen
pour, wlac, nalac
start learning
gieten-h. gegoten-goot/goten
slide, slip,
start learning
glijden-h.z. gegleden-gleed/gleden
door de gladheid gleed mijn auto van de weg
shine \ shine \ shine \ shine. h
start learning
glimmen\ glom\ glommen\ geglommen. h
dig, groove, h. dug
start learning
graven, groef,h. gegraven
lift, raise, levy
start learning
heffen - hief - geheven
dyszeć, sapać
start learning
hijgen - hijgde - gehijgd
ciąć, bić, trzaskać
start learning
houwen - hieuw - gehouwen *
complain,
start learning
klagen, kloeg/klaagde, geklaagd
climbing-h. climbed-climbed / climbed
start learning
klimmen-h. geklommen-klom/klommen
gryźć, kąsać, odgryzać
start learning
kluiven - kloof - gekloven

You must sign in to write a comment