🇳🇱familierelaties🇳🇱

 0    35 flashcards    adriannaolejniczak
start learning

download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
babcia
start learning
de grootmoeder, de oma
dziadek
start learning
de grootvader, de opa
ojciec
start learning
de vader
matka
start learning
de moeder
kuzynka, siostrzenica, bratanica
start learning
de nicht
kuzyn, bratanek, siostrzeniec
start learning
de neef
ciocia
start learning
De tante
wujek
start learning
de oom
brat
start learning
de broer
siostra
start learning
de zus
małżonek/małżonka
start learning
de echtgenoot / de echtgenote
syn
start learning
de zoon
córka
start learning
de dochter
rodzina
start learning
het gezin
najmłodsze dziecko
start learning
het jongste kind
rodzice
start learning
de ouders
bliźniaki
start learning
de tweeling
adopcja
start learning
de adoptie
starsze dziecko
start learning
het ouder kind
dzieci
start learning
het kinderen
dziadkowie
start learning
de grootouders
wnuczka/wnuk
start learning
de kleindochter / de kleinzoon
wnuki
start learning
het kleinkinderen
pokrewieństwo
start learning
de familierelaties
pradziadkowie
start learning
de overgrootouders
prawnuki
start learning
het achterkleinkinderen
teść / teściowa
start learning
de schoonvader / de schoonmoeder
zięć / synowa
start learning
de schoonzoon / de schoondochter
szwagier / szwagierka
start learning
de zwager / de schoonzus
przyrodni brat / siostra
start learning
de halfbroer / de halfzus
ojczym/macocha
start learning
de stiefvader / de stiefmoeder
przybrany brat/siostra
start learning
de stiefbroer /de stiefzus
ojciec chrzestny / matka chrzestna
start learning
de peetvader /de peetmoeder
chrześniak / chrześniaczka
start learning
de peetzoon /de peetdochter
krewny
start learning
relatief
Create flashcards
niderlandzki

See related flashcards:

les 1die FamilieMoja lekcjadeel 2Mijn lesLoopneusDutch week 60PZJN toets 2ApprendreMijn les

You must sign in to write a comment