Deel6 Woorden van Nederlnd

 0    33 flashcards    hgfffguyg
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
vanaf: vanaf morgen ga ik sporten
start learning
ابتداءً من الغد سأبدأ بممارسة الرياضة
verschillen: mensen verschillen in smaak
start learning
الاختلافات: يختلف الناس في الأذواق
voorbereiden: ik bereid het eten voor
start learning
أُحضّر: أُحضّر الطعام
De bewoner: de bewoners van het gebouw zijn vriendelijk
start learning
السكان: سكان المبنى ودودون
boos: hij is boos op zijn broer
start learning
غاضب: إنه غاضب من أخيه
eerlijk: zij is altijd eerlijk
start learning
صادقة: إنها صادقة دائماً
het geluk: ik wens je veel geluk
start learning
السعادة: أتمنى لك حظاً سعيداً
De gewoonte: het is een slechte gwoonte
start learning
العادة: إنها عادة سيئة
hetzelfde: wij dragen hetzelfde t-shirt
start learning
نفس الشيء: نرتدي نفس القميص
Het huishouden: zij doet het huishouden elke dag
start learning
الأعمال المنزلية: تقوم بالأعمال المنزلية كل يوم
ideaal: dit is de ideale plek om te wonen
start learning
مثالي: هذا هو المكان المثالي للعيش
Het leven: het leven is mooi
start learning
الحياة: الحياة جميلة
De muziek: ik luister graag naar muziek
start learning
الموسيقى: أحب الاستماع إلى الموسيقى
De omgeving: de omgeving is rustig en groen
start learning
البيئة: البيئة هادئة وخضراء
Oplossen: we moeten dit probleem oplossen
start learning
الحل: نحتاج إلى حل هذه المشكلة
Opschieten met: ik schiet goed op met mijn collegas
start learning
أتمتع بعلاقات جيدة مع زملائي: أتمتع بعلاقات جيدة مع زملائي
Overdag: overdag is het warm
start learning
خلال النهار: يكون الجو دافئاً خلال النهار
De rest: ik eet de rest van het brood
start learning
أما الباقي: فأكلت ما تبقى من الخبز
Roken: hij rookt elke dag
start learning
التدخين: إنه يدخن كل يوم
De ruzie: ze hebben ruzie gehad
start learning
الشجار: لقد تشاجروا
schoon: mijn kamer is schoon
start learning
نظيف: غرفتي نظيفة
serieus: hij is serieus over zijn werk
start learning
جاد: إنه جاد في عمله
Sinds: ik woon hier sinds 2015
start learning
منذ: أعيش هنا منذ عام 2015
Uitgaan: we gaan zaterdag uit
start learning
الخروج: سنخرج يوم السبت
verdelen: we verdelen het werk eerlijk
start learning
التقسيم: نقسم العمل بشكل عادل
vies: mijn schoenen zijn vies
start learning
متسخ: حذائي متسخ
weleens: ik ga weleens naar de film
start learning
أحياناً: أذهب أحياناً إلى السينما
Bewaren: bewaar de brief goed
start learning
التخزين: احتفظ بالرسالة في مكان آمن
De bijwerking: dit medcijn heeft geen bijwerkingen
start learning
الآثار الجانبية: لا توجد آثار جانبية لهذا الدواء
De borstvoedindg: ze geeft borstvoeding aan haar baby
start learning
الرضاعة الطبيعية: إنها ترضع طفلها
Boven: de lamp hangt boven de tafel
start learning
أعلاه: المصباح معلق فوق الطاولة
Het contact: ik heb contact met mijn famielie
start learning
التواصل: أنا على اتصال مع عائلتي
Erg: het is erg warm vandaag
start learning
جداً: الجو حار جداً اليوم

You must sign in to write a comment