Deel 12 Woorden van Nederlands

 0    43 flashcards    bdfffffff
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
Lang: De les duurt lang
start learning
طويل: الدرس طويل
makkelijk: Dit huiswerk is makkelijk
start learning
سهل: هذا الواجب المنزلي سهل
Meeste: De meeste studenten zijn aanwezing
start learning
معظم: معظم الطلاب حاضرون
Moeilijk: de toets is moeilijk
start learning
صعب: الاختبار صعب
De ouder: mijn ouders wonen in Nederland
start learning
الوالد: والداي يعيشان في هولندا
Het procent: Tien procent van studenten zijn ziek
start learning
النسبة المئوية: عشرة بالمائة من الطلاب مرضى
sparen: ik spaar geld voor een nieuwe fiets
start learning
الادخار: أنا أدخر المال لشراء دراجة جديدة
Streng: de leraar is streng
start learning
صارم: المعلم صارم
Studeren: ik studeer Nederlands
start learning
أدرس اللغة الهولندية.
De studie: mijn studie duurt vier jaar
start learning
الدراسة: تستغرق دراستي أربع سنوات
Uitstappen: we stappen uit bij de volgende halte
start learning
انزل: سننزل في المحطة التالية
Vinden: ik vind deze les interessant
start learning
أجد: هذا الدرس شيقاً
De vrijheid: iedereen heeft recht op vrijheid
start learning
الحرية: لكل فرد الحق في الحرية
Wachten: we wachten op de bus
start learning
الانتظار: نحن ننتظر الحافلة
De was: de was hangt buiten te drogen
start learning
الغسيل: الغسيل معلق في الخارج ليجف
De wasmachine: De wasmachine is kapot
start learning
الغسالة: الغسالة معطلة
Zelfstandig: Hij woont zelfstandig in een appartement
start learning
مستقل: يعيش بشكل مستقل في شقة
De zomer: in de zomer is het warm
start learning
الصيف: يكون الجو دافئاً في الصيف
belangrijk: het is belangrijk om te oefenen
start learning
هام: من المهم التدرب
Blauw: mijn jas is blauw
start learning
أزرق: معطفي أزرق
Donker: het is donker buiten
start learning
الظلام: الجو مظلم في الخارج
Iedereen: iedereen is welkom
start learning
الجميع: الجميع مرحب بهم
De kast: de kast staat in de slaapkamer
start learning
الخزانة: الخزانة موجودة في غرفة النوم
Kiezen: ik kies een boek uit de bibliotheek
start learning
أختار: أختار كتابًا من المكتبة
De kleding: mijn kleding ligt op de stoel
start learning
الملابس: ملابسي موضوعة على الكرسي
Wat is je favoriete kleur?
start learning
ما هو لونك المفضل؟
De la (De lades): ik leg mijn sokken in de la
start learning
الدرج (الأدراج): وضعت جواربي في الدرج
De lamp: de lamp geeft licht
start learning
المصباح: المصباح يعطي الضوء
Het meubel: dit meubel is van hout
start learning
الأثاث: هذا الأثاث مصنوع من الخشب
De muur: de muur is wit geschilderd
start learning
الجدار: الجدار مطلي باللون الأبيض
Onder: de kat ligt onder de tafel
start learning
في الأسفل: القطة تحت الطاولة
Het raam: het raam staat open
start learning
النافذة: النافذة مفتوحة
De ruimte: er is genoeg ruimte in de kamer
start learning
المساحة: توجد مساحة كافية في الغرفة
Tegen: de tafel staat tegen de muur
start learning
ضد: الطاولة ملاصقة للجدار
De tip: een tip: oefenen elke dag
start learning
نصيحة: نصيحة: مارس كل يوم
De vloer: de vloer is schoon
start learning
الأرضية: الأرضية نظيفة
Vol: de kast is vol met kleding
start learning
ممتلئ: الخزانة مليئة بالملابس
Vooral: ik hou vooral van muziek
start learning
في الغالب: أنا أحب الموسيقى بشكل خاص
Wit: het beddengoed is wit
start learning
أبيض: أغطية السرير بيضاء
de woning: mijn woning is in het centrum
start learning
المنزل: منزلي يقع في المركز
De woonkamer: de woonkamer is gezellig ingericht
start learning
غرفة المعيشة: غرفة المعيشة مفروشة بشكل مريح
Zetten: ik zet de bloemen op de tafel
start learning
الترتيب: وضعت الزهور على الطاولة
Zorgen voor: ik zorg voor mijn planten
start learning
العناية بـ: أعتني بنباتاتي

You must sign in to write a comment