onregelmatige werkwoorden

 0    32 flashcards    arturgrudkowski
download mp3 print play test yourself
 
Question Nederlands, Vlaams Answer Nederlands, Vlaams
bederven
zepsuć
start learning
bedierf/bedierven/bedorven
heb/ben
bevallen
podobać się
start learning
beviel/bevielen/bevallen
ben
blijken
start learning
bleek/bleken/gebleken
is
blijven
start learning
bleef/bleven/gebleven
is
drijven
unosić się
start learning
dreef/dreven/gedreven
ben/heb
duiken
nurkować
start learning
dook/doken/gedoken
ben/heb
genezen
leczyć, wyzdrowieć
start learning
genas/genazen/genezen
ben/heb
glijden
ślizgać się
start learning
gleed/gleden/gegleden
ben/heb
krimpen
kurczyć się
start learning
kromp/krompen/gekrompen
ben/heb
kruipen
czołgać się
start learning
kroop/kropen/gekropen
ben/heb
opschieten
śpieszyć się
start learning
schoot op/schoten op/opgeschoten
ben/heb
overlijden
umrzeć
start learning
overleed/overleden/overleden
ben
rijden
jeździć
start learning
reed/reden/gereden
ben/heb
scheiden
separować
start learning
scheidde/scheidden/gescheiden
ben/heb
schieten
strzelać
start learning
schoot/schoten/geschoten
ben/heb
schrikken
przestraszyć się
start learning
schrok/schrokken/geschrokken
ben
sluipen
podkraść
start learning
sloop/slopen/geslopen
ben/heb
springen
skoczyć
start learning
sprong/sprongen/gesprongen
ben/heb
spuiten
pryskać
start learning
spoot/spoten/gespoten
heb/ben
sterven
umrzeć
start learning
stierf/stierven/gestorven
ben
stijgen
wzrosnąć
start learning
steeg/stegen/gestegen
ben
treden
stąpać
start learning
trad/traden/getreden
ben/heb
trekken
ciągnąć
start learning
trok/trokken/getrokken
heb/ben
vallen
spadać
start learning
viel/vielen/gevallen
ben
varen
płynąć (np rzeka, strumień)
start learning
voer/voeren/gevaren
ben/heb
verdwijnen
znikać
start learning
verdween/verdwenen/verdwenen
ben
verschuilen
ukrywać
start learning
verschool/verscholen/verscholen
ben/heb
vertrekken
wyruszyć
start learning
vertrok/vertrokken/vertrokken
ben
vliegen
latać
start learning
vloog/vlogen/gevlogen
ben/heb
worden
zostać
start learning
werd/werden/geworden
ben
zinken
tonąć/zapaść
start learning
zonk/zonken/gezonken
ben
zwemmen
pływać
start learning
zwom/zwommen/gezwommen
ben/heb

You must sign in to write a comment