m

 0    19 flashcards    ksaweryjedrasik
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
Jaki jest powód?
start learning
Wat is de reden?
A pozatym?
start learning
En verder?
Włożyłem to do samochodu.
start learning
Ik heb het in de auto gestoken.
Jutro wszyscy pójdziemy głosować
start learning
Morgen gaan we allemaal stemmen
Postaw krzesło z przodu.
start learning
Zet de stoel ervoor.
Drzewo daje dużo cienia.
start learning
De boom geeft veel schaduw.
Gdzieś zgubiłem klucze.
start learning
Ik ben mijn sleutels ergens kwijt.
Czy muszę zapłacić dodatkowo?
start learning
Of moet ik extra betalen
Czy jest to wliczone w cenę?
start learning
Is dat in de prijs inbegrepen?
Kupiłem samochód, ale jeszcze go nie odebrałem.
start learning
Ik heb de auto gekocht maar nog niet opgehaald.
tak czy siak
start learning
in ieder geval
Dorastałem w Polsce.
start learning
Ik ben in Polen opgegroeid.
doznał kontuzji podczas meczu.
start learning
hij raakte geblesseerd tijdens de wedstrijd.
Kiedy byłem mały
start learning
Toen ik klein was
Już wcześniej to próbowałem.
start learning
Ik heb het eerder geprobeerd.
zmagałem sie z nadmiarem pracy.
start learning
Ik kampte met te veel werk.
Mecz był emocjonujący
start learning
De wedstrijd was spannend
Płakałam ze smutku
start learning
Ik huilde van verdriet
Ma pewien sposób pracy.
start learning
Hij heeft een bepaalde manier van werken.

You must sign in to write a comment