Les 93 (32)

 0    18 flashcards    aleksandraherman9
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
kontynuacja, ciąg dalszy
start learning
het vervolg
we moeten in het vervolg dat soort dingen vermijden
odwozić
start learning
wegbrengen (weggebrengd, brengde weg, brengden weg)
Ik moet mojn broer naar de strainstation wegbrengen
rząd, kolejka
start learning
de rij
Ik ben eerste in de rij
labirynt
start learning
het labyrint
odlot, odjazd
start learning
het vertrek
Ik krijg betaald en dan vertrek ik
mgła
start learning
de mist
Daar is iets in de mist
egzamin
start learning
het examen
dobre postanowienie, postanowienie noworoczne
start learning
goede voornemens
De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
uroczy, słodki
start learning
schattig
Je bent zo'n schattige kleine robot
dzielnica
start learning
de wijk
Vorige week was ik in een zigeunerwijk
dzielnica problemowa/dzielnica znajdująca się w niekorzystnej sytuacji
start learning
de probleemwijk/de achterstandswijk
obszar, dziedzina
start learning
het gebied
Dit is verboden gebied
lider
start learning
de leider
członek
start learning
het lid
Ik ben lid van deze delegatie
przejęcie (np. innej firmy)
start learning
de overname
De werknemers moeten bij een overname verschillende handelingsmogelijkheden hebben
w porównaniu do
start learning
t.o.v. = ten opzichte van
Dit is leeftijd ten opzichte van kosten
schudnąć
start learning
afvallen (afgevallen, viel af, vielen af)
tips en inspiratie om gezond af te vallen
przytyć
start learning
aankomen (aangekomen, kwam aan, kwamen aan)
Il heb 3 kilo in 3 weken aangekomen

You must sign in to write a comment