Les 88 (27)

 0    33 flashcards    aleksandraherman9
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
szczęka
start learning
de kaak
sztuczna szczęka
start learning
de kunstkaak
kolędy
start learning
de kerstliedjes
młodość
start learning
de jeugd
alkohol
start learning
de alcohol
rzadko
start learning
zelden
Boże Narodzenie 1
start learning
de Kerstdagen
Boże Narodzenie 2
start learning
de Kerst
Święta Wielkanocne 1
start learning
de Paasdagen
Wielkanoc
start learning
de Pasen
obrażony
start learning
beledigd
zraniony
start learning
gekwetst
Maar dat Steven me gekwetst had, wilde niet zeggen dat iederen dat zou doen
zachowywać się
start learning
zich gedrachen (gezich gedracht, zich gedrachte, zich gedrachten)
bić, uderzyć
start learning
slaan (geslagen, sloeg, sloegen)
udać się, zdawać, zaliczać
start learning
slagen (geslaagd, slaagde, slaagden)
atmosfera
start learning
de sfeer
wygląd
start learning
uiterlijk
wnętrze
start learning
innerlijk
mimo że
start learning
ook al
Ik ben droog, ook al regent het
wierzący
start learning
gelovig
religijny
start learning
religieus
punkt widzenia
start learning
het oogpunt
stanowisko, punkt widzenia
start learning
het standpunt
perspektywa
start learning
het perspectief
wybór
start learning
de keuze
świadomy
start learning
bewust
wierzyć (wierzyć, wierzyć, wierzyć
start learning
geloven (geloofd, geloofde, geloofden)
Ze heeft niet geloofd in God
obiecywać
start learning
beloven (beloofd, beloofde, beloofden)
Ik heb beloofd dat ik braaf zou zijn
społeczeństwo, stowarzyszenie
start learning
de maatschapij
nieunikniony
start learning
onvermijdelijk
udar
start learning
de beroerte
tortury
start learning
de marteling
męczeństwo
start learning
het martelaarschap
In het geloof van de gelovingen, het martelaarschaap was niet allen dood in Christus, maar opstanding in Christus

You must sign in to write a comment