→ Lekcja 15-16 → Start Learning / Download MP3 Flashcards

Question		Answer
przyjechać przybyć start learning		aankomen kwam aan, kwamen aan z aangekomen
przyjazd przybycie przylot start learning		de aankomst V pl aankomsten
przymiotnik start learning		het adjectief pl adjectiven
dział start learning		de afdeling de v pl afdelingen
odbierać odebrać coś kogoś start learning		afhalen haalde af haalden af h afgehaald
pocztówka widokówka start learning		de ansichtkaart mv pl ansichtkaarten
randka start learning		het afspraakje pl afspraakjes
uwaga start learning		de attentie de v
skrytka bagażowa start learning		de bagagekluis mv pl bagagekluizen
bojka zdrobnienie od boja start learning		het bakentje pl bakentjes
piwko start learning		het biertje pl biertjes
w automacie biletowym start learning		bij de kaartautomaat
karteczka listek start learning		het blaadje pl blaadjes
fascynujący start learning		boeiend
(za)bukować (za)rezerwować start learning		boeken boekte, boekten, h geboekt
blondynka start learning		het blondje pl. blondjes
rezerwacja start learning		de boeking de v pl boekingen
Region Stołeczny Brukseli start learning		Brussels Hoofdstedelijk Gewest
złożony start learning		complex
konferencja start learning		de conferentie v pl conferenties
podróż tam i z powrotem tego samego dnia start learning		het dagretour
rozkład jazdy start learning		de dienstregeling de v pl dienstregelingen
Obszar polskojęzyczny start learning		het Poolse taalgebied
być umówionym start learning		een afspraak hebben had hadden h gehad
dokonywać rezerwacji start learning		een boeking maken maakte maakten h gemaakt
przedwczoraj start learning		eergisteren
pierwsza klasa start learning		eerste klas(1e klas)
wiek 100 lat start learning		de eeuw de mv
koniec np koniec maja start learning		eind
kawałek odległość start learning		het eindje pl eindjes
podróż w jedną strone start learning		de enkele reis de mv pl enkele reizen
bilet w jedną strone start learning		het enkeltje pl. enkeltjes
faza start learning		de fase de v pl fases/fazen
federalny start learning		federaal
drań łobuz start learning		de fielt de m pl fielten
potężny potęznie mocno mocny start learning		fors
szanowny start learning		geacht
odwołany, anulowany start learning		geannuleerd
wylądował start learning		geland
temu np trzy dni temu start learning		geleden drie dagen geleden
wspólnota start learning		de gemeenschap de v pl gemeenschappen
wspólny wspólnie start learning		gemeenschappelijk
planowy, planowo start learning		gepland
region start learning		het gewest
wczoraj start learning		gisteren
ręcznik start learning		de handdoek de m pl handdoeken
rączka start learning		het handje
powtórzenie, powtórka start learning		de herhaling de v pl herhalingen
tu: miejsce wylotu start learning		de herkomst de v
informacja start learning		de inlichtingen de v pl. inlichtingen
punkt informacyjny start learning		de inlichtingen
karta pokładowa start learning		de instapkaart de mv pl. instapkaarten
automat biletowy start learning		de kaartautomaat de m pl. kaartautomaten
kotek start learning		het katje pl katjes
klasa start learning		de klas de v pl klassen
zniżka start learning		de korting de v pl koringen
laptop start learning		de laptop de m pl laptops
kasa biletowa start learning		het loket pl lokketen
plomba(jako zabezpieczenie); mały ołowiany ciezarek start learning		het loodje pl loodjes
pensja wyplata, wynagrodzenie start learning		het loon pl lonen
linie lotnicze start learning		de Luchtvaartmaatschappij de v pl Luchtvaartmaat-schappijen
lekarstwo, lek start learning		het medicijn pl medicijnen
udać się, powieść się start learning		lukken lukte, lukten, (h)gelukt
natychmiast, od razu start learning		meteen
brakować, spudłować, spóźnić się, tęsknić start learning		missen miste, misten, h gemist
komórka telefon start learning		het mobieltje pl. mobieltjes
chwilka, momencik start learning		het momentje pl momentjes
muzeum start learning		het museum
ani...(to)... ani,.(to) start learning		noch ... noch...
albo... albo... start learning		of... of...
obejmować (zasięgiem) start learning		omvatten omvatte, omvatten, h omvat
niewygoda, dyskomfort, niedogodność start learning		het ongemak pl ongemakken
mniej więcej, około start learning		ongeveer
odbierać, odebrać coś kogoś skądś start learning		ophalen haalde op, haalden op, h opgehaald
wezwanie start learning		de oproep de m pl oproepen
za trzy dni start learning		over drie dagen
za kilka minut start learning		over enkele minuten
za kilka chwil start learning		over enkele ogenblikken
pojutrze start learning		overmorgen
parlament start learning		het parlement pl parlamenten
paszport start learning		het paspoort pl. paspoorten
pasażer start learning		de passagier de m pl passagiers
pasować, odpowiadać start learning		passen paste, pasten, h gepast
próbować start learning		proberen probeerde, proberden, h geprobeerd
rząd start learning		de regering de v pl regeringen
sczegóły podrózy start learning		de reisdetails
bilet tam i z powrotem start learning		het retourtje
świecić start learning		schijnen scheen, schenen, h geschenden
pasować, odpowiadać start learning		schikken schikte, schikten, h geschikt
tor start learning		het spoor pl. sporen
rzeczy, manatki, klamoty start learning		het spul spullen
państwo start learning		de staat de m pl staten
status start learning		de status de m pl statussen
pociąg osobowy start learning		de stoptrein de m pl stoptreinen
obszar językowy start learning		het taalgebied pl. taalgebieden
szczoteczka do zębów start learning		de tandenborstel de m pl tandenborstels
pasta do zębów start learning		de Tandpasta de m pl tandpasta's
stawka start learning		het tarief pl tarieven
terminal start learning		de terminal de m pl terminals
o jej start learning		tjee
ćwierkać start learning		tijrpen tijrpte tijrpten h getijrpt
zatłoczony, zapchany, nabity start learning		tjokvol
o jej, o rety start learning		tjongejonge
bilet na pociąg start learning		het treinkaartje
jest pan proszony, żeby start learning		u wordt gevraagd om... te
wyprzedany, całkowicie zarezerwowany start learning		uitverkocht
wyjątek start learning		de uitzondering de v pl uitzonderingen
wyblakły, wypłowiały start learning		vaal
spadek, upadek start learning		de val de m pl vallen
z którego toru? start learning		van welk spoor?
ustalać, ustalić start learning		vaststellen stelde vast, stelden vast, (h) vastgesteld
mokradło start learning		het ven pl vennen
przesuwać start learning		verschuiven verschoof, verschoven, h verschoven
przesuwać na późniejszy/wcześniejszy termin start learning		verschuiven naar een latere/eerdere datum
opóźniony, spóźniony start learning		vertraagd
opóźnienie, spóźnienie start learning		de vertraging de v vertragingen
odjazd, odlot start learning		het vertrek
odjechać, odlatywać start learning		vertrekken vertrok, vertrokken, zijn vertrokken
numer lotu start learning		het vluchtnummer
czuć się start learning		voelen zich voelde, voelden, h gevoeld
pełna stawka start learning		vol tarief
mróz; władca start learning		de vorst de m pl vorsten
dokąd? start learning		waarheen/waarnaartoe
skąd start learning		waarvandaan
poczekalnia start learning		de wachtruimte de v pl wachtruimten/wachtruimtes
wał, nasyp start learning		de wal de m pl wallen
prawo; ustawa start learning		de wet de m/v pl wetten
kaczor start learning		de woerd de m pl woerden
rana start learning		de wond de m/v pl. wonden
kiełbasa start learning		de worst de m/v pl worsten
okrutny, okrutnie start learning		wreed
delikatnie; ciuchutko; powolutku start learning		zachtjes
lunch służbowy start learning		de zakenlunch de m pl zakkenlunchen
biznesmen start learning		de zakenman de m pl zakenmannen
siódemeczka start learning		zeventje
słodzik start learning		het zoetje pl zoetjes
zarówno... jak i/także start learning		zowel... als...

Lekcja 15-16

You must sign in to write a comment

More