Toggle navigation
Create account
Sign in
Create flashcards
Courses
IMPERFECTUM CZASOWNIKI NIEREGURALNE
IMPERFECTUM CZASOWNIKI NIEREGURALNE
0
103 flashcards
beatajakubowska2
start learning
download mp3
×
Perfect for auditory learners
–
Turn your words in an audiocourse and learn:
while riding on the bus or in a car
walking the dog
waiting in line
before bedtime
This function is only available for premium users.
activate a premium account
sample recording
print
×
Perfect outside
–
Print your words:
as a handy list
as flashcards to be cut out
This function is only available for premium users.
activate a premium account
an example of a printout
play
test yourself
Question
Answer
deed aan/deden aan
start learning
aandoen /(hebben) aangedaan
kwam aan/kwamen aan
start learning
aangekomen /(zijn) aangekomen
waste af/wasten af
start learning
afwassen /(hebben) afgewassen
bakte / bakten
start learning
bakken/(hebben) gebakken
begon / begonnen
start learning
beginnen/(zijn) begonnen
begreep / begrepen
start learning
begrijpen/(hebben) begrepen
behing/behingen
start learning
behangen/(hebben) behangen
bewoog/bewogen
start learning
bewegen/(hebben) bewogen
bezocht/bezochten
start learning
bezoeken/(hebben) bezocht
beet/beten
start learning
bijten/(hebben) gebeten
blies/bliezen
start learning
blazen/(hebben) geblazen
bleef/bleven
start learning
blijven/(zijn) gebleven
brak/braken
start learning
breken/(hebben/zijn) gebroken
bracht/brachten
start learning
brengen/(hebben) gebracht
dacht/dachten
start learning
denken/(hebben) gedacht
deed / deden
start learning
doen/(hebben) gedaan
droeg/droegen
start learning
dragen/(hebben) gedragen
dronk / dronken
start learning
drinken/(hebben) gedronken
at/aten
start learning
eten/(hebben) gegeten
ging / gingen
start learning
gaan/(zijn) gegaan
genas / genazen
start learning
genezen/(hebben/zijn) genezen
gaf / gaven
start learning
geven/(hebben) gegeven
goot/goten
start learning
gieten/(hebben) gegoten
hing / hingen
start learning
hangen /(hebben) gehangen
had/hadden
start learning
hebben /(hebben) gehad
hielp / hielpen
start learning
helpen/(hebben) geholpen
hield / hielden
start learning
houden(van) /(hebben) gehouden
brak in/braken in
start learning
inbreken/(hebben) ingebroken
nam in / namen in
start learning
innemen/(hebben) ingenomen
koos / kozen
start learning
kiezen/(hebben) gekozen
keek / keken
start learning
kijken/(hebben) gekeken
klom/klommen
start learning
klimmen /(hebben /zijn) geklommen
kwam / kwamen
start learning
komen /(zijn) gekomen
kocht / kochten
start learning
kopen /(hebben) gekocht
kreeg/kregen
start learning
krijgen /(hebben) gekregen
kon/konden
start learning
kunnen /(hebben) gekund
lachte / lachten
start learning
lachen/(hebben) gelachen
liet / lieten
start learning
laten /(hebben) gelaten
las/lazen
start learning
lezen /(hebben) gelezen
lag / lagen
start learning
liggen/(hebben) gelegen
liep / liepen
start learning
lopen/(hebben /zijn) gelopen
ging mee/gingen mee
start learning
meegaan/(zijn) meegegaan
nam mee/namen mee
start learning
meenemen/(hebben) meegenomen
moest / moesten
start learning
moeten /(hebben) gemoeten
mocht / mochten
start learning
mogen /(hebben) gemogen
keek na /keken na
start learning
nakijken /(hebben) nagekeken
nam / namen
start learning
nemen/(hebben) genomen
onderzocht /onderzochten
start learning
onderzoeken /(hebben) onderzocht
ontbeet/ontbeten
start learning
ontbijten /(hebben) onbeten
stond op/stonden op
start learning
opstaan/(zijn) opgestaan
stak over/staken over
start learning
oversteken /(zijn) overgestoken
overviel /overvielen
start learning
overvallen/(hebben) overvallen
reed / reden
start learning
reden /(hebben /zijn) gereden
riep / riepen
start learning
roepen /(hebben) geroepen
scheidde /scheidden
start learning
scheiden/(zijn) gescheiden
de zon scheen
start learning
schijnen/de zon heeft geschenen
schreef / schreven
start learning
schrijven/(hebben) geschreven
sliep / sliepen
start learning
slapen/(hebben) geslapen
sloot / sloten
start learning
sluiten/(hebben) gesloten
sneed/sneden
start learning
snijden /(hebben) gesneden
sprak/spraken
start learning
spreken /(hebben) gesproken
sprong/sprongen
start learning
springen /(hebben/zijn) gesproken
stond / stonden
start learning
staan /(hebben) gestaan
stak/staken
start learning
steken /(hebben) gestoken
stal / stalen
start learning
stelen /(hebben) gestolen
stierf /stierven
start learning
sterven /(zijn) gestorven
steeg/stegen
start learning
stijgen /(zijn) gestegen
streek/streken
start learning
strijken /(hebben) gestreken
trof / troffen
start learning
treffen/(hebben) getroffen
trok/trokken
start learning
trekken /(hebben) getrokken
deed uit/deden uit
start learning
uitdoen/(hebben) uitgedaan
ging uit /gingen uit
start learning
uitgaan/(zijn) uitgegaan
stak uit/staken uit
start learning
uitsteken /(hebben) uitgestoken
trok uit/trokken uit
start learning
uittrekken/(hebben) uitgetrokken
viel/vielen
start learning
vallen /(zijn) gevallen
voer/voeren
start learning
varen /(hebben /zijn) gevaren
verbood/verboden
start learning
verbieden /(hebben /zijn) verboden
vergat / vergaten
start learning
vergeten /(hebben /zijn) vergeten
verkocht /verkochten
start learning
verkopen /(hebben) verkocht
verloor/verloren
start learning
verliezen /(hebben) verloren
verstond/verstonden
start learning
verstaan/(hebben) verstaan
vertrok/vertrokken
start learning
vertrekken/(zijn) vertrokken
verving/vervingen
start learning
vervangen/(hebben) vervangen
vond/vonden
start learning
vinden/(hebben) gevonden
vloog/vlogen
start learning
vliegen/(hebben/zijn) gevlogen
voorkwam-kwam voor/voorkwamen-kwamen voor
start learning
voorkomen/(hebben) voorkomen, (zijn) voorgekomen
vroeg/vroegen
start learning
vragen/(hebben) gevraagd
het vroor
start learning
vriezen/het heeft gevroren
waste/wasten
start learning
wassen/(hebben) gewassen
woog / wogen
start learning
wegen/(hebben) gewogen
wist/wisten
start learning
weten/(hebben) geweten
wees/wezen
start learning
wijzen/(hebben) gewezen
wou-wilde/wouden-wilden
start learning
willen/(hebben) gewild
won/wonen
start learning
winnen/(hebben) gewonnen
werd / werden
start learning
worden/(zijn) geworden
zei-zegde/zeiden-zegden
start learning
zeggen/(hebben) gezegd
zag / zagen
start learning
zien/(hebben) gezien
was/waren
start learning
zijn /(zijn) geweest
zong / zongen
start learning
zingen/(hebben) gezongen
zat/zaten
start learning
zitten/(hebben) gezeten
zocht / zochten
start learning
zoeken/(hebben) gezocht
zou/zouden
start learning
zullen
zwom / zwomen
start learning
zwemmen/(hebben, zijn) gezwommen
Create flashcards
Nederlands, Vlaams
You must sign in to write a comment
×
Main
Progress bar
Clock
Enforce good response
Content
Text
Example text
images
Recordings
Example recordings
recordings native
Grammar highlighting
Retyping options
ignore:
spaces
diacritics
brackets
punctuation
capital letters
no article
combine shortcuts
order
report an error
Thank you for reporting :)
1
2
3
4
check
next
I'm right ↑
(
Tip:
Pressing
enter
considers the answer to be
wrong
Tip2:
in order to see the question again, click on the notepad )
revise
I knew it
show answer
check
next
I'm right ↑
(
Tip:
Pressing
enter
considers the answer to be
wrong
Tip2:
in order to see the question again, click on the notepad )
Well done, you're doing fine:)
The creator of these flashcards is Beatajakubowska2.
Click here to create your own download :)
If you prefer ready, try out our professional courses.
English pronunciation
try it for free
IELTS Speaking Exam
try it for free
Repeat all
Repeat difficult flashcards
End of round
1
Summary
round
I knew it
revise
1
(
)
(
)
Next round
revise what you didn't know
`
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-
=
Nederlands, Vlaams
English
American English
Français
Deutsch
italiano
Norsk
język polski
português
русский язык
español
Svenska
українська мова
gjuha shqipe
العربية
euskara
беларуская мова
български език
català, valencià
中文, 汉语, 漢語
hrvatski jezik
český jazyk
dansk
Esperanto
eesti keel
føroyskt
suomen kieli
galego
ქართული
ελληνικά
עברית
हिन्दी, हिंदी
magyar
Íslenska
Bahasa Indonesia
日本語, にほんご
ಕನ್ನಡ
Қазақша
한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語
latine
latviešu valoda
lietuvių kalba
Lëtzebuergesch
македонски јазик
bahasa Melayu, بهاس ملايو
Malti
Papiamento
فارسی
Português brasileiro
limba română
rumantsch grischun
Gàidhlig
српски језик
slovenský jazyk
slovenski jezik
ไทย
Xitsonga
Setswana
Türkçe
اردو
Tiếng Việt
isiXhosa
ייִדיש
isiZulu
q
w
e
r
t
y
u
i
o
p
[
]
\
a
s
d
f
g
h
j
k
l
;
'
z
x
c
v
b
n
m
,
.
/
Ctrl + Alt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
×
Select the correct answer
create a new test
×
Pair all the words as quickly as possible!
0
steps
New game:
4x3
5x4
6x5
7x6
×
Log in
Log in
Sign in
Login or Email
Password
Sign in
Forgot your password?
Don't have an account?
Log in
Log in
Create account
Get Started with this Free Course!
No Cost. No Obligation. No Spam.
Your email address
Create account
Already have an account?
I accept the
terms
and
privacy policy