eten

 0    22 flashcards    grzegorzbargiel
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
talerz
start learning
het bord
chleb
start learning
het brood
szklanka
start learning
het glas
kawa
start learning
de koffie
łyżka
start learning
de lepel
nóż
start learning
het mes
frytki
start learning
de patat
ryż
start learning
de rijst
cukier
start learning
de suiker
tort
start learning
de taart
herbata
start learning
de thee
ryba
start learning
de vis
mięso
start learning
het vlees
widelec
start learning
de vork
piec
start learning
bakken
ik bak jij bakt hij/zij bakt | wij bakken jullie bakken zij bakken
robić
start learning
doen
ik doe jij doet hij/zij doet | wij doen jullie doen zij doen
jeść
start learning
eten
ik eet jij eet hij/zij eet | wij eten jullie eten zij eten
leżeć
start learning
liggen
ik lig jij ligt hij/zij ligt | wij liggen jullie liggen zij liggen
twardy
start learning
hard
miękki
start learning
zacht
pyszny, ładny
start learning
lekker
brudny
start learning
vies

You must sign in to write a comment