→ Dwuwyrazowe → Start Learning / Download MP3 Flashcards

start learning

Question		Answer
Nie da rady. start learning		Kan niet. Echt niet.
Owszem. Da radę. start learning		Kan wel.Ja. Zal het lukken.
Nie wolno. start learning		Mag niet. Niet toegestaan.
Owszem. Można. Proszę bardzo. Dozwolone. start learning		Mag wel. Jij kan. Hier ben je. Toegestaan.
Zrób tak! Niech tak będzie. start learning		Doe maar! Doe het op deze manier! Laat het zo zijn.
Nie trzeba. Nie musisz tego robić. start learning		Hoeft niet. Het is niet nodig. Dat hoef je niet te doen.
Zostaw to! Olej to. start learning		Lat maar! Laat het!
Nie zgadza się. start learning		Klopt niet. Niet eens.
Owszem, zgadza się. start learning		Klopt wel. Ja dat klopt. Correct. Goed. Juist.
Dokładnie tak. start learning		Precies zo. Precies.
Dlaczego nie? start learning		Waarom niet?
Dlaczego nie mogę? start learning		Waarom mag het niet? Waarom ik niet kan?
Będzie dobrze! start learning		Komt goed! Het komt goed!
Dobrze idzie. Dobra robota. start learning		Goed bezig. Het gaat goed. Goed gedaan.
Tak trzymać! start learning		Ga die zo! Ga zo door!
Świetnie! start learning		Super goed! Prima!

dwuwyrazowe