Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

rozmyślać in Dutch:

1. mijmeren mijmeren



2. mediteren



3. nadenken over



4. overwegen


Uw voorstel is het overwegen waard.
Zijn theorie is het overwegen waard.

Dutch word "rozmyślać"(overwegen) occurs in sets:

SŁOWKA NIDERLANDZKIE