English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

ball in Dutch:

1. bal bal


Gooi de bal terug naar mij.
Van ver gezien lijkt het op een bal.
Daar een rubberen bal elastisch is, botst hij terug.
Als de bal je ergens anders dan op je hoofd of je handen raakt, ben je af.
Veel plezier op het bal!
De wereld is een groot bal waar iedereen een masker draagt.
De bal trof haar in het oog.
Het nieuws interesseert mij geen bal.

Dutch word "ball"(bal) occurs in sets:

2000 Most Used Dutch Words (1/2)

2. de bal de bal


Elkaar de bal toespelen

Dutch word "ball"(de bal) occurs in sets:

De populairste Engelse woorden 701 - 750