→ Czasowniki → Start Learning / Download MP3 Flashcards

Question		Answer
een dutje doen start learning		zdrzemnąć się
langskomen Kom je vanavond even langs start learning		wpadac z wizyta wpadniesz dzis wieczorem?
verstrekken, verlenen, toekennen (regelmatig) de docter verleende eerste hulp voor pantient start learning		zapewniac, udzielac, przyznawac (regularna) lekarz udzielil pomocy pacjentowi
uitmonden in De ruzie mondde uit in een vechtpartij start learning		doprowadzic do, konczyc sie czym klotnia doprowadzla do bojki
waarmaken Als je iets belooft, maak het waar start learning		spelnic(przyrzeczenie), dotrzymac(slowa jesli cos oniecujesz, dotrzymaj slowa
meevallen, viel/ vielen mee, meegevallen start learning		lepiej niż oczekiwano, lepiej niż oczekiwano, lepiej niż oczekiwano
valt het mee, nu je er woont? ja eingelijk wel start learning		czy jest wporzadku odkad tam mieszkasz?, że tam mieszkasz? tak, właściwie tak jest
verstandig start learning		rozsądny
hoe was de tandarst? Het viel mee start learning		Jak było u dentysty? Nie bylo tak zle
opschieten met iemand ik schiet goed op met mij klanten. start learning		dogadywac sie z kims dogaduje sie dobrze z klientami
We schoten niet zo goed op met elkaar vroeger. start learning		W przeszłości nie dogadywaliśmy się najlepiej.
overstijgen het resultaat oversteeg mijn verwachtingen start learning		przekroczyć wynik przerosl moje oczekiwania
instorten toen hij de diagnose hoorde, stortte hij in start learning		zawalić się/ zalamac sie kiedy uslyszal diagnoze, zalam sie
dit gebouw stortte in na de storm start learning		ten budynek zawalił się po burzy
betrouwbaar start learning		niezawodny
zich haaste Ik moet me haasten, ik ben te laat. start learning		spieszyc sie Muszę się spieszyć, jestem spóźniony.
tegenvallen het weer valt tegen vadnaag start learning		zawieść kogoś, rozczarować, wypasc gorzej niz oczekiwano Pogida dzis rozczarowuje
boffen je boft, je moet morgen niet naar werk te gaan start learning		miec szczescie Masz szczescie nie musisz isc jutro do pracy
eigenwijs start learning		uparty
afspreken met Als we afspreken, praten we dan start learning		spotkać się z Jak sie spotkamy to pogadamy
injecteren start learning		wstrzykiwać
diagnosticeren start learning		zdiagnozowac
wegvallen Een deel van onze inkomsten is weggevallen start learning		odpadać czesc z naszych dochodow zniknela
aanhalen In zijn toespraak haalde hij een onderzoek van de universiteit aan. start learning		cytowac, przytoczyc W swoim przemówieniu przytoczył badanie uniwersytetu
Onterecht geviseerd Hij voelt zich onterecht geviseerd door de media start learning		Nieslusznie oskarzony czuje sie nieslusznie oskarzony przez media
goede band hebben ik heb geen goede band met het team start learning		mieć dobra relacne Nie mam dobrej relacji z druzyna
allerei Ze verkoopt allerlei soorten kleding start learning		wszystkie rodzaje on sprzedaje rozne rodzaje ciuchow
betrokken De personen betrokken bij deze zaak worden geïnformeerd start learning		zaagnażowany, dotyczacy kogos osoby zaangazowane w ta sprawe zostana poinformowane
rechtstreeks Hij komt rechtstreeks van zijn werk start learning		bezpośrednio On przychodzi prosto z pracy
zich begeven start learning		udac sie, przemieszczac sie
alles in het werk te stellen We zullen alles in het werk stellen om het probleem op te lossen. start learning		dołożyć wszelkich starań Dolozymy wszelkich stara aby rozwiazac problem
beschikken over Hij beschikt over veel ervaring start learning		dyslonowac, miec do dyspozycji on dysponuje duzym doswiadczeni
vermoeden Ik vermoed dat hij te laat komt. start learning		podejrzewac, domyslac sie Podejrzewam ze przyjdzie za pozno
aannemen, neem aan, namen aan, nam aan, hebben aangenomen Ik neem aan dat je gelijk hebt start learning		zakladac, przyjmowac zakladam ze masz racje
overleggen Laten we even overleggen voor we beslissen. start learning		Omawiać, naradzac sie Naradzmy sie zanim podejmiemy decyzje
aankunnen - kon aan - konden aan - h aangekund Ik kan deze taak wel aan start learning		radzic sobie poradze sobie z tym zadaniem
optreden, opgetreden De politie trad snel op. start learning		wykonać, interweniowac policja zainterweniowala szybko
welzijn start learning		dobre samopoczucie
letterlijk start learning		dosłownie
handig start learning		przydatny
bepalen We moeten de prijs bepalen start learning		ustalić musimy ustalic cene
volhouden/ volgehouden/ hield vol Ik kon hun misbruik niet volhouden start learning		wytrwac, wytrzymac nie moglem zniesc ich naduzyc
zich gedragen Je kunt je niet zo gedragen. Wees beleefd start learning		zachowywać się nie mozesz sie tak zachowywac. badz uprzejmy
bestrijden De overheid bestrijdt criminaliteit start learning		zwlaczac rzad zwalcza kryminalnosc
kwetsbaar Dit systeem is kwetsbaar voor aanvallen. start learning		wrażliwy ten system jest podatny na ataki
weefsel start learning		tkanka
veelbelovend start learning		obiecujący
de eigenschappen Deze thee heeft gezonde eigenschappen start learning		właściwości ta herbata ma zdrowe wlasciwosci
regenachtig In de herfst is het vaak regenachtig en koud. start learning		deszczowy w jesien jest czesto deszczowo i zimno
terechtkomen Na de ruzie kwam hij uiteindelijk bij zijn ouders terecht start learning		trafić gdzieś, wylądować gdzieś po klotni w koncu wyladowal u rodzicow
bevroren Ik eet graag bevroren fruit start learning		mrożony lubie jesc mrozone owoce
belanden (zijn) We zijn in een rare situatie beland start learning		wpaść gdzieś, skończyć gdzieś wpadlismy w dziwna sytuacja
omkomen hij is omgekomen in bij het ongeval start learning		zginąć tragicznie(np. w wypadku) Zginal w wypadku
beschadigen De storm heeft het dak beschadigd start learning		uszkodzić Burza uszkodzila dach
Het dak is afgewaaid start learning		Dach został zerwany
vaststellen Wanneer is de vergadering? We moeten de tijd nog vaststellen start learning		ustalac kiedy kest spotkanie? musimy to jeszcze ustalic
afdingen Ik probeer altijd af te dingen op de markt start learning		targować się zawsze probuje targowac sie na targu
toestemming start learning		pozwolenie
voorwaarde op voorwaarde dat start learning		warunek pod warunkiem ze

czasowniki

You must sign in to write a comment

More