→ 4.2 Soep Koken → Start Learning / Download MP3 Flashcards

start learning

Question		Answer
odmiana czasownika potrzebować- nodig hebben start learning		1. ik heb nodig 2. jij hebt nodig 3. hij heeft nodig
gotowy start learning		klaar
odmiana czasownika gotować- koken start learning		1. ik kook 2. jij kookt 3. hij kookt 1.2.3 koken
litr/ litry start learning		de liter/de liters
minuta/ minuty start learning		de minuut/ de minuten
garnek start learning		de pan/ de pannen
odmiana czasownika kroić- snijden start learning		1. ik snijd 2. jij snijdt 3. hij snijdt
zupa/ zupy start learning		de soep/de soepen
pomidor/ pomidory start learning		de tomaat/de tomaten
cebula/ cebule start learning		de ui/de uien
sol start learning		het zout
przy stole start learning		aan tafel
wszyscy start learning		allemaal
talerz/ talerze start learning		het bord/ de borden
smacznego start learning		eet smakelijk
jedzenie start learning		het eten
szklanka/ kieliszek - pl start learning		het glas / de glazen
lody start learning		het ijsje
lyzka/ lyzki start learning		de lepel/de lepels
noz/ noze start learning		het mes/de messen
nie ma, brak start learning		op
odmiana czasownika wolac - roepen start learning		1. ik roep 2. jij roept 3. hij roept
widelec/ widelce start learning		de vork/de vorken
odmiana czasownika postawić- zetten start learning		1. ik zet 2 jij zet 3 hij zet
kurczak start learning		de kip

4.2 soep koken