2. Kikker is kikker

 0    7 flashcards    mateuszszumilas91
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
podziw
Żaba woła z podziwem.
start learning
de bewondering
De kikker roept vol bewondering.
zadowolony
I zadowolona poszła do domu.
start learning
tevreden
En tevreden liep ze naar huis.
rozbieg
Wziął rozbieg.
start learning
de aanloop
Hij nam een aanloop.
w dół
Macha swoimi rękami w górę i w dół
start learning
neer
Hij zwaait met zijn handen op en neer.
nagle
Ale nagle kaczka zeskoczyła z ziemi.
start learning
plotseling
Maar plotseling sprong de eend van de grond.
dużo, mnóstwo / hałas
Robił mnóstwo hałasu.
start learning
hoop / lawaai
Het maakte een hoop lawaai.
machać
Macham do moich przyjaciół.
start learning
zwaaien
Ik zwaai naar mijn vrienden.

You must sign in to write a comment