Zdania rozdział 13 i 14

 0    25 flashcards    martynagibzinska
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
Gdzie Cię boli?
start learning
Waar heb je last van?
Co się dzieje?
start learning
Wat is er aan de hand?
Nie musisz pytać.
start learning
Je hoef je niet te vragen.
Tegen 8.00
start learning
om een huur of 8:00
Tak się słyszy.
start learning
Hoor je wel eens.
Urodziłam się piątego.
start learning
Ik ben op de 5de geboren.
Zgubiłam klucze.
start learning
Ik ben mij sleutels kwijtgeraakt.
Jestem tym zdziwiony...
start learning
Ik ben er verbaasd over...
Dzieci, te które...
start learning
Kinderen vooral degenen die...
Czy masz rezerwację?
start learning
Hebt u gereserveerd?
Jesteśmy we trójkę.
start learning
We z’n tweeën / drieën / vieren...
Czy coś wybrałeś?
start learning
Hebt u al een keuze gemaakt?
Smakowało?
start learning
Heeft het u gesmaakt?
Mógł Pan to wcześniej powiedzieć.
start learning
Had u dat maar eerder gezegd!
Czy mogę prosić menu?
start learning
Mag ik de kaart even hebben?
Nie lubię tego.
start learning
Dat lust ik niet. (LUSTEN nie stosujemy do ludzi!)
Lubię tego.
start learning
Dat lust ik graag.
Smakuje mi.
start learning
Lijkt me lekker!
Poproszę...
start learning
Voor mij graag...
Czy kiedykolwiek tego próbowałeś?
start learning
Hebt u dat wel eens geprobeerd?
Ale jestem zmęczony
start learning
Ben ik moe.
Ale mi zimno.
start learning
Wat heb ik het koud!
Ale jestem głodna.
start learning
Ik heb er toch een honger!
Ale się nudzę!
start learning
Ik verveel me zo!
Ale gorąco!
start learning
Wat is het warm, zeg!

You must sign in to write a comment