→ Zdania → Start Learning / Download MP3 Flashcards

Question		Answer
Ja idę do domu start learning		Ik ga naar huis
Ty masz telefon. start learning		Jij hebt een telefoon
on widzi samochód. start learning		hij ziet een auto.
ona mówi po holendersku. start learning		ze spreekt nederlands.
jemy obiad. start learning		wij eten avondeten
wy pijecie wodę start learning		jullie drinken water
oni idą do sklepu start learning		ze gaan naar de winkel
Mam książkę start learning		ik heb een boek
On chcę coś zjeść start learning		Hij wil iets eten
Ona lubi pić kawę start learning		Ze drinkt graag koffie
my często mówimy po angielsku start learning		wij spreken vaak Engels
Ty widzisz piękny dom start learning		Je ziet een prachtig huis
Lubię jeść jabłka start learning		ik eet graag appels
wy pijecie sok start learning		jullie drinken sap
mój dom jest duży start learning		mijn huis is groot
samochód stoi przed szkołą start learning		de auto staat voor de school geparkeerd
idziemy do sklepu start learning		wij gaan naar de winkel
Mam pokój z widokiem na ogród start learning		Ik heb een kamer met uitzicht op de tuin
kuchnia jest nowa start learning		de keuken is nieuw
nasza ulica jest długa start learning		onze straat is lang
sklep jest blisko mojego domu start learning		de winkel is dichtbij mijn huis
krzesło jest wygodne start learning		de stoel zit comfortabel
stół jest w kuchni start learning		de tafel staat in de keuken
łóżko jest duże i wygodne start learning		het bed is groot en comfortabel
komputer leży na biurku start learning		de computer staat op het bureau
telefon jest na stole start learning		de telefoon ligt op de tafel
drzwi są zamknięte start learning		de deur is dicht
okno jest otwarte start learning		het raam staat open
otwieram okno, bo jest ciepło start learning		Ik doe het raam open, want het is warm
zamykam drzwi start learning		Ik doe de deur dicht
codziennie chodzę do pracy start learning		Ik ga elke dag naar mijn werk
dziecko biega w parku start learning		het kind rent in het park
Siedzę na krześle start learning		ik zit op de stoel
stań obok mnie start learning		ga naast mij staan
ksiqżka leży na stole start learning		het boek ligt op de tafel
mój dom jest wysoki start learning		mijn huis is hoog
to miejsce jest bardzo niskie start learning		deze plek is erg laag
on jest szybki start learning		hij is snel
chcę jechać wolno start learning		Ik wil langzaam gaan
to jest dobry pomysł start learning		dat is een goed idee
Ten film jest zły start learning		Deze film is slecht
to jest łatwe zadanie start learning		dit is een gemakkelijke taak
to jest trudne pytanie start learning		dit is een moeilijke vraag
herbata jest ciepła start learning		de thee is warm
woda jest zimna start learning		het water is koud
mam nowy komputer start learning		Ik heb een nieuwe computer
Ten dom jest stary start learning		Dit huis is oud
to jest piekna plaza start learning		het is een prachtig strand
Ten budynek jest brzydki start learning		Dit gebouw is lelijk
dzisiaj jest piękny dzień start learning		vandaag is een mooie dag
w nocy jest ciemno start learning		's nachts is het donker
spotkamy sie za godzine start learning		Ik zie je over een uur
mam tylko pięć minut start learning		Ik heb maar vijf minuten
tydzień temu byłem w polsce start learning		Een week geleden was ik in Polen
w tym miesiacu mam wakacje start learning		Deze maand heb ik vakantie
rok temu skończyłem szkole start learning		Ik ben een jaar geleden klaar met school
mam jedno dziecko start learning		Ik heb één kind
chcę kupić dwa samochody start learning		Ik wil twee auto's kopen
mam trzy ksiazki start learning		Ik heb drie boeken
w pokój są cztery krzesła start learning		Er staan vier stoelen in de kamer
pięć osób czeka na autobus start learning		vijf mensen wachten op de bus
zjadłem sześć jabłek start learning		Ik heb zes appels gegeten
jestem tutaj od siedmiu minut start learning		Ik ben hier al zeven minuten
mój ojciec ma na imie jan start learning		mijn vader heet Jan
Matka pracuje w szpitalu start learning		mijn moeder werkt in een ziekenhuis
mam starszego brata start learning		Ik heb een oudere broer
moja siostra jest młodsza ode mnie start learning		mijn zus is jonger dan ik
dziecko spi w lozku start learning		het kind slaapt in bed
babcia mieszka blisko nas start learning		oma woont dichtbij ons
dziadek lubi spacerowac start learning		Opa houdt van wandelen
w poniedziałek idę do szkoły start learning		Maandag ga ik naar school
wtore to moj ulubiony dzień start learning		Dinsdag is mijn favoriete dag
w srode mam spotkanie start learning		Woensdag heb ik een vergadering
w czwartek mamy kolacje rodzinną start learning		Donderdag hebben we een familiediner
w piatek idę na zakupy start learning		Vrijdag ga ik winkelen
sobota jest dniem wolnym start learning		Zaterdag is een vrije dag
w niedziele odpoczywam start learning		Op zondag rust ik uit
rano piję kawę start learning		Ik drink koffie in de ochtend
ja popoludniu pracuje w biurze start learning		In de middag werk ik op kantoor
wieczorem ogladam telewizje start learning		's avonds kijk ik tv
nocą śpię start learning		's nachts slaap ik
wczoraj był piękny dzień start learning		gisteren was een mooie dag
dziś jest zimno start learning		het is koud vandaag
jutro mam wolne start learning		Morgen heb ik een vrije dag
zawsze pije wode po posilku start learning		Ik drink altijd water na de maaltijd
ja nigdy nie pije alkoholu start learning		Ik drink nooit alcohol
czesto chodzę na spacery start learning		Ik ga vaak wandelen
rzadko ogladam telewizje start learning		Ik kijk zelden tv
teraz jestem w pracy start learning		Ik ben nu aan het werk
później będę w domu start learning		Ik ben later thuis
czasami zjadam sniadanie start learning		soms ontbijt ik
przed obiadem zawsze myje rece start learning		Ik was altijd mijn handen voor het eten
po kolacji idę na spacer start learning		na het avondeten ga ik wandelen
jestem w pracy od osmej rano start learning		Ik ben al sinds acht uur in de ochtend aan het werk
jestem wolny po poludniu start learning		In de middag ben ik vrij
czekam od godziny start learning		Ik wacht al een uur
On wrocil przed godzina start learning		Hij is een uur geleden teruggekomen
spotykamy sie za chwilę start learning		we zien elkaar zo
moje auto jest czerwone start learning		mijn auto is rood
lubie niebieski kolor start learning		Ik hou van de blauwe kleur
drzwi sa zielone start learning		de deur is groen
sciany sa biale start learning		de muren zijn wit
mam czerwony telefon start learning		Ik heb een rode telefoon
zolta koszula jest ladna start learning		het gele shirt is leuk
Ten dom jest brazowy start learning		Dit huis is bruin
krzesło stoi przy stole start learning		de stoel staat aan de tafel
na stole jest ksiazka start learning		er ligt een boek op tafel
moje łóżko jest wygodne start learning		mijn bed is comfortabel
komputer jest nowy start learning		de computer is nieuw
drzwi sa otwarte start learning		de deur staat open
okno jest duze start learning		het raam is groot
park jest blisko mojego domu start learning		het park ligt dicht bij mijn huis
idziemy do restauracji start learning		we gaan naar een restaurant
spital jest duży start learning		het ziekenhuis is groot
moje biuro jest w centrum miasta start learning		mijn kantoor bevindt zich in het stadscentrum
Lubię spacerować po mieście start learning		Ik hou ervan om door de stad te wandelen
wieś jest spokojna start learning		het dorp is rustig
plaza jest piaszczysta start learning		het strand is zanderig
góra jest wysoka start learning		de berg is hoog
morze jest niebieskie start learning		de zee is blauw
w lesie jest cicho start learning		het is stil in het bos
rzeka plynie szybko start learning		de rivier stroomt snel
jezioro jest zimne start learning		het meer is koud
droga jest dluga start learning		de weg is lang
most jest stary start learning		de brug is oud

Zdania

You must sign in to write a comment

More