Toggle navigation
Create account
Sign in
Create flashcards
Courses
nieregularne
nieregularne
0
55 flashcards
guest2530229
start learning
download mp3
×
Perfect for auditory learners
–
Turn your words in an audiocourse and learn:
while riding on the bus or in a car
walking the dog
waiting in line
before bedtime
This function is only available for premium users.
activate a premium account
sample recording
print
×
Perfect outside
–
Print your words:
as a handy list
as flashcards to be cut out
This function is only available for premium users.
activate a premium account
an example of a printout
play
test yourself
Question
Answer
drinken
start learning
dronk/dronken hebben gedronken
eten
start learning
at/ aten / hebben gegeten
gaan
start learning
ging/gingen / ben/zijn gegaan
zien
start learning
zag/zagen / hebben gezien
komen
start learning
kwam/kwamen/ zijn gekomen
zitten
start learning
zat/zaten/ hebben gezeten
hebben
start learning
had/hadden/ hebben gehad
zijn
start learning
was/ waren/ zijn geweest
kunnen
start learning
kon/konden / hebben gekund
worden
start learning
werd/werden/ zijn geworden
schrijven
start learning
schreef/schreven/ hebben geschreven
begrijpen
start learning
begreep/begrepen/ hebben begrepen
kiezen
start learning
koos/kozen / hebben gekozen
vliegen
start learning
vloog/vlogen/ zijn/hebben gevlogen
besluiten
start learning
besloot/besloten/hebben besloten
beginnen
start learning
begon/begonnen/ zijn begonnen
vinden
start learning
vond/vonden/ hebben gevondeb
trekken
start learning
trok/trokken/ hebben getrokken
zwemmen
start learning
zwom/zwommen/zijn/hebben gezwommen
nemen
start learning
nam/namen/hebben genomen
spreken
start learning
sprak/spraken/hebben gesproken
geven
start learning
gaf/gaven/hebben gegeven
lezen
start learning
las/lazen/hebben gelezen
blazen
start learning
blies/bliezen/hebben geblazen
slapen
start learning
sliep/sliepen/hebben geslapen
kijken
start learning
keek/keken/hebben gekeken
krijgen
start learning
kreeg/kregen/hebben gekregen
helpen
start learning
hielp/hielpen/hebben geholpen
sterven
start learning
stierf/stierve /is/zijn/ gestorven
houden
start learning
hield/hielden/hebben gehouden
doen
start learning
deed/deden/hebben gedaan
staan
start learning
stond/stonden/hebben gestaan
opstaan
start learning
stond op/stonden op/ zijn opgestaan
vallen
start learning
viel/vielen/ben zijn gevallen
bevallen
start learning
beviel/bevielen/zijn bevallen
blijven
start learning
bleef/bleven/ben zijn geblijven
snijden
start learning
sneed/sneden/hebben gesneden
rijden
start learning
reed/reden/zijn/ hebben gereden
lopen
start learning
liep/liepen/zijn/ hebben gelopen
kopen
start learning
kocht/kochten/hebben gekocht
verkopen
start learning
verkocht/verkochten/ hebben verkocht
winnen
start learning
won/wonnen/hebben gewonnen
zing
start learning
zong/zongen/hebben gezongen
wegen
start learning
woog/ wogen hebben gewogen
bewegen
start learning
bewoog/bewogen hebben bewogen
zoeken
start learning
zocht/zochten hebben gezocht
bezoeken
start learning
bezocht/bezochten hebben bezocht
brengen
start learning
bracht/ brachten hebben gebracht
denken
start learning
dacht/ dachten hebben gedacht
liggen
start learning
lag/ lagen hebben gelegen
liegen
start learning
loog/ logen hebben gelogen
verliezen
start learning
verloor/ verloren hebben zijn verloren
dragen
start learning
droeg/droegen hebben gedragen
weten
start learning
wist /wisten hebben geweten
vergeten
start learning
vergat/ vergaten hebben zijn vergeten
Create flashcards
You must sign in to write a comment
×
Main
Progress bar
Clock
Enforce good response
Content
Text
Example text
images
Recordings
Example recordings
recordings native
Grammar highlighting
Retyping options
ignore:
spaces
diacritics
brackets
punctuation
capital letters
no article
combine shortcuts
order
report an error
Thank you for reporting :)
1
2
3
4
check
next
I'm right ↑
(
Tip:
Pressing
enter
considers the answer to be
wrong
Tip2:
in order to see the question again, click on the notepad )
revise
I knew it
show answer
check
next
I'm right ↑
(
Tip:
Pressing
enter
considers the answer to be
wrong
Tip2:
in order to see the question again, click on the notepad )
Well done, you're doing fine:)
The creator of these flashcards is Guest2530229.
Click here to create your own download :)
If you prefer ready, try out our professional courses.
English Collocations
try it for free
Cockney
try it for free
Repeat all
Repeat difficult flashcards
End of round
1
Summary
round
I knew it
revise
1
(
)
(
)
Next round
revise what you didn't know
`
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-
=
Nederlands, Vlaams
English
American English
Français
Deutsch
italiano
Norsk
język polski
português
русский язык
español
Svenska
українська мова
gjuha shqipe
العربية
euskara
беларуская мова
български език
català, valencià
中文, 汉语, 漢語
hrvatski jezik
český jazyk
dansk
Esperanto
eesti keel
føroyskt
suomen kieli
galego
ქართული
ελληνικά
עברית
हिन्दी, हिंदी
magyar
Íslenska
Bahasa Indonesia
日本語, にほんご
ಕನ್ನಡ
Қазақша
한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語
latine
latviešu valoda
lietuvių kalba
Lëtzebuergesch
македонски јазик
bahasa Melayu, بهاس ملايو
Malti
Papiamento
فارسی
Português brasileiro
limba română
rumantsch grischun
Gàidhlig
српски језик
slovenský jazyk
slovenski jezik
ไทย
Xitsonga
Setswana
Türkçe
اردو
Tiếng Việt
isiXhosa
ייִדיש
isiZulu
q
w
e
r
t
y
u
i
o
p
[
]
\
a
s
d
f
g
h
j
k
l
;
'
z
x
c
v
b
n
m
,
.
/
Ctrl + Alt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
×
Select the correct answer
create a new test
×
Pair all the words as quickly as possible!
0
steps
New game:
4x3
5x4
6x5
7x6
×
Log in
Log in
Sign in
Login or Email
Password
Sign in
Forgot your password?
Don't have an account?
Log in
Log in
Create account
Get Started with this Free Course!
No Cost. No Obligation. No Spam.
Your email address
Create account
Already have an account?
I accept the
terms
and
privacy policy