→ Niderlandzki Pow4 → Start Learning / Download MP3 Flashcards

start learning

Question		Answer
Jak mogę Ci pomóc. start learning		Hoe kan ik u helpen.
Chciałbym to wino. start learning		Ik wil graag deze wijn.
Chciałbym dodatkowy talerz. start learning		Ik wil graag een extra bord.
To duża różnica. start learning		Het is een groot verschil.
Między nimi jest 2 lata różnicy. start learning		Er zit een verschil van 2 jaar tussen.
On jest większy. start learning		Hij is groter.
Możesz to tutaj zostawić. start learning		Je kunt het hier achterlaten.
Pojedźmy gdzieś. start learning		Laten we ergens naartoe gaan.
Nigdzie nie byłem. start learning		Ik ben nergens geweest.
Gdzie oni są? start learning		Waar zijn ze?
Gdzie mam to zostawić? start learning		Waar moet ik het achterlaten?
Możesz mi to pokazać? start learning		Kun je het mij laten zien?
Pokażę Ci. start learning		Ik zal je laten zien.
Mogę spróbować. start learning		Ik kan het proberen.
On próbuje to skończyć. start learning		Hij probeert er een einde aan te maken.
Daj znać jak będziesz gotowa. start learning		Laat me weten wanneer je er klaar voor bent.
Za chwile będę gotowy. start learning		Ik ben zo klaar.
Skończe to i do ciebie zadzwonię. start learning		Ik maak dit af en bel je.
Zostaw do przed drzwiami. start learning		Laat het voor de deur staan.
Drzwi są zamknięte. start learning		De deuren zijn gesloten.

niderlandzki pow4