in huis

 0    23 flashcards    grzegorzbargiel
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
kubek
start learning
de beker
doniczka
start learning
de bloempot
koc
start learning
de deken
wiadro
start learning
de emmer
kuchenka
start learning
het fornuis
zasłona
start learning
het gordijn
numer domu
start learning
huisnummer
poduszka ozdobna
start learning
het kussen
prześcieradło / pościel / kołdra
start learning
het laken / bedlinnen / dekbed
lampa
start learning
de lamp
mężczyzna
start learning
de man
czapka
start learning
de pet
gąbka
start learning
de spons
ulica
start learning
de straat
ciężarówka
start learning
de vrachtwagen
kobieta
start learning
de vrouw
krok
wchodzisz na krzesełko
start learning
stap, stappen
jij stapt op stoel. ik stap jij stapt hij/zij/het stapt | wij stappen jullie stappen wij stappen
wyprowadzka
Kees przeprowadza się do innego domu.
start learning
verhuizen
Kees verhuist naar een ander huis. | ik verhuis jij verhuist hij/zij verhuist | wij verhuizen jullie verhuizen zij verhuizen
machać
start learning
zwaaien
ik zwaai jij zwaait hij/zij zwait | wij zwaaien jullie zwaaien zij zwaaien
lekki
start learning
licht
cięzki
start learning
zwaar
z
start learning
met
bez
start learning
zonder

You must sign in to write a comment