Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

wpisać wchodzić in Dutch:

1. binnenkomen binnenkomen


U kunt binnenkomen.
Mag ik binnenkomen? "Ja, kom maar."
Laat de hond niet binnenkomen.
De deuren waren op slot en we konden op geen enkele manier binnenkomen.
Kan ik binnenkomen?
Je verrast me altijd met je plotse binnenkomen.

Dutch word "wpisać wchodzić"(binnenkomen) occurs in sets:

czasowniki rozdzielnie złożone