Polish Dutch Dictionary

język polski

-

Nederlands, Vlaams

studiowac in Dutch:

1. studeer

Ik studeer iedere dag een uur Engels.

Studeer niet.

Waarom studeer je?

Ik studeer hard, zodat ik jou kan doen werken.

Ik studeer Koreaans.

Ik studeer aan de universiteit van Hyogo.

Ik studeer in het buitenland.

Studeer je?

Ik studeer dikwijls met muziek.

Studeer je scheikunde?

Ik studeer.

Studeer je iedere dag?

Af en toe studeer ik Esperanto.

Dutch word "studiowac"(studeer) occurs in sets:

holenderski preply

related words

pracować in Dutch
czytać in Dutch
kochać in Dutch
pisać in Dutch
mieszkać in Dutch
mówić in Dutch
grać in Dutch
robić in Dutch

other words beginning with "S"

strzykawka in Dutch
strój in Dutch
student in Dutch
styczeń in Dutch
styl in Dutch
stylowy in Dutch

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż