Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

spodziewać się in Dutch:

1. verwachten verwachten


Vanavond verwachten wij gasten.
Wat verwachten jullie van mij?
Je kan niet alles van de scholen verwachten.
Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk!
Kom, wij verwachten je, Redder van de wereld.

Dutch word "spodziewać się"(verwachten) occurs in sets:

500 czasowników po niderlandzku 201 - 250
back on the track
Kolokwium III