Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

przebaczyć in Dutch:

1. vergeven


Zal je hem ooit vergeven?
Dat hij komt, ik zal hem vergeven.
Wie te veel onverklaarbaars wil verklaren eindigt met onvergeeflijke dingen te vergeven.
Als je me nog eens bedriegt, zal ik je dat beslist niet vergeven.