Polish Dutch Dictionary
- 
parking in Dutch:
1. 
parkeren
Je mag niet op de stoep parkeren.
Je kan je auto hier niet parkeren.
Ik vroeg hem waar ik de auto kon parkeren.
Meneer, u mag daar niet parkeren.
Vertel me alstublieft waar ik mijn wagen moet parkeren.
Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.
Waar kan ik de auto parkeren?
Dutch word "parking"(parkeren) occurs in sets:
mondeling deel 7strona 24-30
2. 
de parkeerplaats
Dutch word "parking"(de parkeerplaats) occurs in sets:
Dom i życie codzienne (H6+H7)Lekcja 13-14
related words
apteka in Dutchautostrada in Dutch
poczta in Dutch
restauracja in Dutch
winda in Dutch
bank in Dutch
kawiarnia in Dutch
park in Dutch
kino in Dutch
other words beginning with "P"
parapetówka in Dutchparasol in Dutch
park in Dutch
parlament in Dutch
parter in Dutch
pasażer in Dutch
parking in other dictionaries
parking in Arabicparking in Czech
parking in German
parking in English
parking in Spanish
parking in French
parking in Hindi
parking in Indonesian
parking in Italian
parking Georgian
parking in Lithuanian
parking in Norwegian
parking in Portuguese
parking in Romanian
parking in Russian
parking in Slovak
parking in Swedish
parking in Turkish
parking in Vietnamese
parking in Chinese
