Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

bal in Dutch:

1. het bal het bal



Dutch word "bal"(het bal) occurs in sets:

LES 5 Basistekst, taalhulp, uitdrukkingen part 2

2. bal bal


Gooi de bal terug naar mij.
Van ver gezien lijkt het op een bal.
Daar een rubberen bal elastisch is, botst hij terug.
Als de bal je ergens anders dan op je hoofd of je handen raakt, ben je af.
Veel plezier op het bal!
De wereld is een groot bal waar iedereen een masker draagt.
De bal trof haar in het oog.
Het nieuws interesseert mij geen bal.

Dutch word "bal"(bal) occurs in sets:

Język niderlandzki