czasowniki nieregularne

 0    10 flashcards    guest3230930
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
oferować/aanbieden
start learning
bood aan/boden aan/hebben/aangeboden
ubierac/aandoen
start learning
deed aan/deden aan/hebben/aangedaan
obejrzec/aankijken
start learning
keek aan/keken aan/hebben/aangekeken
przybyc/aankomen
start learning
kwam aan/kwamen/zijn aangekomen/
przyjac/ aannemen
start learning
nam aan/namen aan/hebben/aangenomen
podlaczyc/ aansluiten
start learning
sloot aan/ sloten aan/hebben/ aangesloten
nalozyc/ aantrekken
start learning
trok aan/trokken aan/hebben/aangetrokken
zamawiac/aanvragen
start learning
vroeg aan/vroegen aan/hebben/aangevraagd
wskazywac/aanwijzen
start learning
wees aan/wezen aan/hebben/aangewezen
ogladac/ aanzien
start learning
zag aan/ zagen aqn/hebben/aangezien

You must sign in to write a comment