97-106

 0    9 flashcards    grzegorzchmielewski6
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
tryskać
start learning
spuiten- spoot- spoten, hebben gespoten
stać
start learning
staan, stond, stonden, hebben gestaan
przebijać, przekłuwać
start learning
Steken, stak, staken, hebben, gestoken
kraść
start learning
stelen, stal, stalen, hebben gestolen
umierać
start learning
sterven / stierf - stierven / zijn gestorven
wzrastać / zwiększać się
start learning
stijgen steeg, stegen, zijn gestegen
śmierdzieć
start learning
stinken / stonk - stonken / hebben gestonken
walczyć
start learning
strijden - streed - streden - hebbe gestreden
prasować
start learning
strijken, streek, streken, hebben gestreken

You must sign in to write a comment