5

 0    270 flashcards    Vinceq
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
infekcja
start learning
de infectie
szczepionka
start learning
het vaccin
wyzdrowieć
Mam nadzieję, że wkrótce wyzdrowiejesz.
start learning
genezen
Ik hoop dat je binnenkort gezond wordt.
diagnozować
start learning
diagnostiseren
operować
Musimy jak najszybciej operować pacjenta.
start learning
opereren
We moeten de patiënt opereren zo spoedig mogelijk.
łagodzić ból
start learning
verlichten
przepisać leki
start learning
voorschrijven
leczyć
Padaczkę leczy się za pomocą leków.
start learning
behandelen
Epilepsie wordt met medicijnen behandeld.
zdrowieć, naprawiać
start learning
herstellen
opatrywać
start learning
verbanden
zarażać
start learning
besmetten
dezynfekować
start learning
ontsmetten
przewlekły
start learning
chronisch
zakaźny
start learning
besmettelijk
poważny, ciężki
Cukrzyca to poważna choroba.
start learning
ernstig
De diabetes is een ernstige ziekte.
bezbolesny
start learning
pijnloos
zapalny
start learning
ontstekend
zainfekowany
start learning
geïnfecteerd
uleczalny
start learning
geneeslijk
nagły
start learning
ongeval
pożywny
start learning
voedzaam
pilny, nagły
start learning
spoedeisend
niezbędny
start learning
noodzakelijk
niewygodny, niekomfortowy
start learning
ongemakkelijk
mierzyć ciśnienie krwi
start learning
bloeddruk meten
czuć się lepiej
start learning
zich beter voelen
opiekować się, dbać
start learning
verzorgen
badać
Trzech różnych lekarzy zbadało chłopca.
start learning
onderzoeken
Drie verschillende dokters hebben de jongen onderzocht.
doradzać
Możesz doradzić mi co robić?
start learning
adviseren
Kun je me even adviseren wat te doen?
opieka zdrowotna
start learning
gezondheidszorg
gorączka
start learning
de koorts
odporność
start learning
de immuniteit
recepta
start learning
het recept
efekt uboczny
start learning
de bijwerking
badanie krwi
start learning
de bloedtest
ciśnienie krwi
start learning
de bloeddruk
komórka
Ludzki organizm składa się z komórek.
start learning
de cel
Het menselijk lichaam bestaat uit cellen.
oddychanie
start learning
de ademhaling
podnosić (np cisnienie krwi)
start learning
verhogen
obniżać (np cisnie krwi)
start learning
verlagen
przeprowadzać (operacje)
start learning
uitvoeren
omawiać
Musimy omówić każdą możliwość.
start learning
bespreken
Wij moeten elke mogelijkheid bespreken.
usuwać
start learning
verwijderen
sprawdzać
Sprawdź, czy masz paszport.
start learning
controleren
Controleer of je je paspoort hebt.
unikać
Dlaczego wszyscy mnie unikają?
start learning
vermijden
Waarom vermijdt iedereen me?
odpoczywać
To był ciężki dzień, muszę odpocząć.
start learning
rusten
Het was een moeilijke dag. Ik moet rusten.
udany (np operacja)
start learning
geslaagd
nie udany (np operacja)
start learning
mislukt
przemawiać, zwracać się do kogoś
start learning
toespreken
wygłosić przemówienie
start learning
een toespraak houden
sztuczka
start learning
kunstje
szczypta
start learning
kneep
dzielny, spory, solidny
start learning
flink
dawka
start learning
dosis
pomysłowy
start learning
vindingrijk
pomysłowość
start learning
vindingrijkheid
gościnny
start learning
gastvrij
zbieg okoliczności, przypadek
start learning
toeval
jednoznacznie
start learning
eenduidig
drażliwy
start learning
netelig
wtyczka
start learning
de stekker
pokazać się
start learning
opdagen
Musiałem dzisiaj pracować
start learning
Ik heb vandaag moeten werken
Theo nauczył Gerdę jeździć na rowerze
start learning
theo heeft Gerda leren fietsen
Muszę być w stanie się skoncentrować
start learning
Ik moet me kunnen concentreren
musisz odważyć się to odpuścić
start learning
je moet het durven loslaten
zachwycony
start learning
verheugd
okropny
start learning
afschuwelijk
na stronie internetowej można znaleźć więcej informacji
start learning
men kan op de website meer informatie vinden
chcianoby żeby tutaj było więcej miejsc parkingowych
start learning
men wil graag dat hierm meer parkeerplekken komen
als de vraag naar de arbeid stijgt?
start learning
dan zal loon stijgen
als de vraag naar de arbeid daalt?
start learning
zal de loon dalen
als het aanbod van arbeid stijgt
start learning
dan zal de loon dalen
als het aanbod van arbeid daalt
start learning
dan zal de loon stijgen
nieprzerwany
start learning
ononderbroken
wat is loonverschil of loonkloof?
start learning
wanneer de ene werknemer meer of minder verdient dan de andere, met gelijke opleiding en/of ervaring
często
start learning
dikwijls
factoren vanwaar arbeid afhankelijk is?
start learning
opleidingsniveau, sector, anciënniteit, plaats tewerkstelling
subrynek (nauczycieli, kierowców itp.)
start learning
deelmarkt
napiwek
start learning
de fooi
globalny, światowy
start learning
wereldwijde
niedopasowanie
start learning
de mismatch
grozić
Szef zagroził, że mnie zwolni.
start learning
dreigen
Mijn baas bedreigde me met ontslag.
odstęp, przepaść, luka
start learning
de kloof
niekompetentny
start learning
onbekwaam
starzenie się
start learning
vergrijzing
zawód deficytowy
start learning
knelpuntberoep
factoren die invloed hebben op arbeidmarkt
start learning
migratie, jongeren met diploma, digitalisering, vergrijzing, kwantitateit tekort, kwalitateit tekort
als een aanbodoverschot op de arbeidmarkt is dan komt er
start learning
werkloosheid
als een vraagoverschot op de arbeidmarkt komt dan spreek je van
start learning
knelpuntberoepen
wat is kwantitatief tekort?
start learning
er zijn te weinig werkzoekenden beschikbaar
wat is kwalitatief tekort?
start learning
er zijn werkzoekenden die zich aanbieden maar niet voldoen (weinig ervaring)
oorzaken van knelpuntberoepen
start learning
kwantitatief tekort, kwalitatief tekort, specifieke arbeidsomstandigheden
celowo
start learning
opzettelijk
wat is krapte op arbeidsmarkt?
start learning
vraagoverschot
wat is loonkloof?
start learning
systematisch verschil in arbeidsloon tussen mensen die gelijke opleiding en ervaring hebben
wat is arbeidsparadox?
start learning
situatie waarbij er nog steeds werkloosheid is terwijl op bepaalde deelmarkten geen geschikte werknemers worden gevonden
skutek
start learning
gevolg
pułapka
start learning
val
nieobecny
start learning
afwezig
jak obliczyc roznice procentowa
start learning
(b-a)/a *100
chciałbyś mi pomóc?
start learning
zou je mij willen helpen?
Czy mógłbym dostać butelkę wody?
start learning
zou ik een flesje water mogen?
Czy mógłbym uzyskać więcej informacji?
start learning
zou ik wat meer informatie mogen krijgen?
Czy moglibyśmy przełożyć spotkanie?
start learning
zouden wij de afspraak kunnen verzetten?
Czy mógłbyś mi wskazać drogę?
start learning
Zou je mij de weg kunnen wijzen?
chciałbym...
start learning
ik zou ... willen...(infinitief)
Chciałbym kupić dom w Rotterdamie (życzenie)
start learning
Ik zou graag een huis in Rotterdam willen kopen
Gdybym miał milion euro, kupiłbym dom w Rotterdamie
start learning
als ik een miljoen euro had, zou ik een huis in de Rotterdam kopen
Powinienem teraz odrabiać pracę domową, ale nie mam na to ochoty
start learning
Ik zou nu eigenlijk mijn huiswerk moeten doen maar ik heb geen zin
Wczoraj wysłałem Ci wiadomość. Powinieneś go otrzymać dzisiaj
start learning
Ik heb je gisteren een berichtje gestuurd. Je zou hem vandaag moeten ontvangen
Chciałem kupić samochód, ale tego nie zrobiłem
start learning
Ik zou in auto kopen maar ik heb het niet gedaan
miał tu być o 17:00, ale go tu nie ma
start learning
hij zou hier om 17 uur zijn maar hij is er niet
Petra miała zmywać naczynia (ale tego nie zrobiła)
start learning
Petra zou de afwas doen
Mówi się, że ten pierścień ma 200 lat
start learning
deze ring zou al 200 jaar oud zijn
Słyszałeś to? podobno Willem pocałował Anitę
start learning
Heb je het gehoord? willem zou met Anita gezoend hebben
umowa o pracę
start learning
arbeidsovereenkomst
reprezentowany przez
start learning
vertegenwoordigd door
transfer
start learning
overmaking
zadeklarować, oświadczyć, wyjaśnić
start learning
verklaren
wat staat op de arbeidsovereenkomst?
start learning
de loon per uur, looptijd, het aantal te presteren uren, werktijd, proefperiode
osiągać, wykonywać
start learning
presteren
regulamin pracy
start learning
arbeidsreglement
poddawać, podporządkować
start learning
onderwerpen
wat is arbeidsreglement?
start learning
een document waarin de verschillende verplichten, arbeidsduur, vakantiedagen en procedures bij ziekte of arbeidsongeval staan die van toepassing op alle werknemers en de werkgever is
zdobyć, nabyć wiedzę, doświadczenie
start learning
kennis, ervaring opdoen
być zaskoczonym czymś
start learning
verbaasd zijn over
zaprzeczyć
start learning
ontzeggen
zaradzić
start learning
verhelpen
nieporozumienie
start learning
misverstand
przedmiot
Widzisz ten przedmiot?
start learning
het voorwerp
Zie je dit voorwerp?
staranny
start learning
zorgvuldig
precyzyjny
start learning
nauwkeurig
podporządkowanie, podległość
start learning
ondergeschiktheid
wat is het arbeidsrecht?
start learning
het regelt de verhoudingen tussen werkgever en werknemer
4 elementen van arbeidsovereenkomst volgens het arbeidsrecht
start learning
1. overeenkomst, 2. arbeid 3. Loon 4. Gezag
1. overeenkomst = beide toestemmingen nodig, arbeid = werkgever verschaft de arbeid en de werknemer verricht het, 3. Loon = de tegenprestatie van de arbeid die moet bepaald zijn, 4. Gezag = werknemer verricht arbeid in verhouding van ondergeschikheid
związek zawodowy
start learning
vakbond
negocjacja
start learning
onderhandeling
obrona
start learning
de verdediging
zostać zwolnionym
start learning
ontslagen worden
doświadczać
Nigdy nie doświadczyłem głodu.
start learning
ondervinden
Ik heb nooit een hongersnood ondervonden.
wat is het sociaal overleg?
start learning
afspraken tussen vakbonden en werkgeversorganisatie
podpalenie
start learning
brandstichting
wat is vastgesteld van afspraken van het sociaal overleg?
start learning
collective arbeidsovereenkomst (cao)
popełnić przestępstwo
start learning
een misdaad plegen
do przyjęcia, akceptowalny
start learning
aanvaardbaar
szorstki
Ta powierzchnia jest bardzo szorstka.
start learning
ruw
Deze oppervlakte is erg ruw.
wat is interprofesioneel overleg?
start learning
onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers waarop de afspraken gemaakt worden die geldig zijn voor alle werknemers en werkgevers
wat is gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI)?
start learning
het minimumloon dat door sociaal overleg is vastgesteld
wat is interprofesioneel akkord?
start learning
een akkord tussen verschillende sectoren en ondernemingen
domagać się, rościć sobie prawo do
start learning
aanspraak maken op
wat is sectoraal overleg?
start learning
afspraken tussen bedrijven binnnen één bepaalde sector en de vakbonden die gelden enkel voor die sector
wat kan de sectoraal overleg vaststellen?
start learning
loonbarema's of loonschalen, minimum loon in bepaalde sector
wat is paritaire comité?
start learning
voor elke sector is er één paritaire comité die een overlegcomité is tussen werkegevers en vakbonden om coa vast te leggen
warunki pracy
start learning
arbeidsvoorwaarden
wat is overleg op ondernemingsniveau?
start learning
maken van afspraken die gelden voor de werkgever en werknemers van een onderneming die arbeidsvoorwaarden vaststellen
wat is arbeidsvoorwaarden?
start learning
er zijn primaire arbeidsvoorwaarden die de basis van elke arbeidsovereenkomst vormen (loon, werktijd) en secundaire die alle voorwaarden bovenop de primaire bevat (auto, studiemogelijkheid)
wat zijn 5 verschillende arbeidsovereenkomst?
start learning
onbepaaldduur, bepaaldduur, deeltijds werk, vervangingscontract, interimcontract
wat is vervangingscotract?
start learning
vervang je een andere werknemer tijdens hun afwezigheid
wat is interimcontract?
start learning
je bent in dienst bij interimkantoor die jou uitzenden naar een bedrijf voor een bepaalde tijd
wat is NWWZ?
start learning
mensen die zijn actief om een job te vinden
wat zijn soorten van werkloosheid?
start learning
frictie, conjuncturele, tijdelijke, seizoen, structuele, vrijwillige, verdoken, jeugdwerkloosheid
wat is frictie werkloosheid?
start learning
tijdelijke werkloosheid tijdens het zoeken naar een nieuwe job
wat is conjuncturele werkloosheid?
start learning
werkloosheid die ontstaat vanuit een pessimistische visie op de economische situatie
wat is tijdelijke werkloosheid?
start learning
wanneer iemand gedurende en bepaalde periode niet kan werken wegens overmacht of door weeromstandigheden
wat is seizoen werkloosheid?
start learning
werkloosheid in periodes dat er geen werk is in een bepaalde sector
wat is structurele werkloosheid?
start learning
wanneer de vraag naar het aanbod van arbeid niet goed op elkaar zijn afgestemd of wanneer een onvoldoende arbeidsplaatsen zijn in vergelijking met het aantal afgestudeerden
wat is vrijwillige werkloosheid?
start learning
wanneer mensen zich neergeleggrn bij de situatie van werkloosheid en het niet meer nodig vinden om deel te nemen aan de arbeidsmarkt
wat is verdoken werkloosheid?
start learning
bijzondere vorm van structurele werkloosheid waarbij mensen hun plaats op de arbeidsmarkt maar helemaal niet kunnen opnemen
wat is jeugdwerkloosheid?
start learning
Wanneer jongeren geen werk hebben maar wel actief op zoek zijn naar werk
wat zijn kenmerken van jeugdwerkloosheid onder schoolverlaters?
start learning
het ontbreken van het juiste diploma of een lager opleidingsniveau
zatwierdzać
start learning
keuren
doskonale
start learning
uitstekend
w którym kierunku?
start learning
welke kant uit?
jak daleko jest do...?
start learning
hoe ver is het naar...?
która jest godzina?
start learning
hoe laat is het?
w ciągu dnia
start learning
overdag
gładki
start learning
effen
w groszki
start learning
gestippeld
w kratkę
start learning
geruit
w kwiatki
start learning
gebloemd
w paski
start learning
gestreept
Ile kilometrów jest do...?
start learning
Hoeveel kilometer is het naar...?
rolka
start learning
rolletje
słoik
start learning
pot
tubka
start learning
tube
urząd celny / celnik
start learning
douane
Gdzie jest dworzec?
start learning
Waar is het station?
jak się tam dostać?
start learning
hoe kom ik daar?
czy jest zniżka dla studentów
start learning
is er reductie voor studenten
dla dzieci do jakiego wieku?
start learning
voor kinderen tot welke leeftijden
dopłata za pierwszą klasę
start learning
toeslag voor de eerste klas
Jak długo ważny jest ten bilet?
start learning
Hoelang is dit kaartje geldig?
Czy muszę się przesiadać?
start learning
moet ik overstappen?
Z którego peronu odjeżdża pociąg do...?
start learning
Van welk perron vertrekt de trein naar
O której godzinie przyjeżdża pociąg z Arnchem?
start learning
Hoe laat komt de trein uit arnchem aan
czy pociąg z Groningen jest opóźniony?
start learning
heeft de trein uit Groningen vertraging?
Przepraszam, czy to miejsce jest zajęte?
start learning
pardon, is deze plaats bezet?
czy są wolne miejsca?
start learning
zijn er plaatsen vrij?
rozkład jazdy
start learning
dienstregeling
Jak mogę udać się na lotnisko?
start learning
Hoe kan ik naar het vliegveld gaan?
skąd odjeżdża autobus na lotnisko?
start learning
vanwaar vertrekt de bus naar het vliegveld?
Jak inaczej mogę dojechać na lotnisko?
start learning
Hoe kan ik anders naar het vliegveld gaan?
Kiedy samolot odlatuje do...?
start learning
Wanneer vertrekt het vliegtuig naar...?
czy mogę dostać bilet do...?
start learning
kan ik een ticket krijgen naar...?
przystań
start learning
de kade
Jak długo trwa podróż?
start learning
Hoe lang duurt de reis
leżak
start learning
dekstoel
Czy jest autobus do...?
start learning
is er een bus naar...?
O której odjeżdża autobus do...?
start learning
Hoe laat gaat er een bus naar...?
Czy mogę tu zaparkować
start learning
kan ik hier parkeren
zostawić
start learning
achterlaten
Czy mogę tu rozbić namiot
start learning
kan ik hier de tent neerzetten
dokumenty samochodowe
start learning
autopapieren
założyć koło
start learning
een wiel opzetten
wymienić koło
start learning
een wiel verwisselen
naładować akumulator
start learning
de accu opladen
napompować
start learning
oppompen
Czy jest pan ubezpieczony
start learning
bent u verzekerd
wypróbować
start learning
uitproberen
kłamać
start learning
jokken
nieunikniony
start learning
onvermijdbaar
zwracać się (do kogoś), podobać się, użyć
start learning
aanspreken
oczywistość
start learning
vanzelfsprekenheid
Fundacja
start learning
de stichting
grzeczność, posłuszeństwo
start learning
braafheid
umysłowy, duchowy
start learning
geestelijk
widoczny, oczywisty, ewidentny
start learning
kennelijk
założenie, przypuszczenie, hipoteza
start learning
aanname
zniekształcenie, przekłamanie
start learning
vervorming
wiadomość, przekaz
start learning
boodschap
rozważać, uważać
start learning
beschouwen
przeklinać na
start learning
schelden op
założyć (firmę)
start learning
stichten
zjednoczyć się
start learning
zich verenigen
mieć na coś oko
start learning
iets in de gaten houden
Jedynak
start learning
enig kind
bliźniak
start learning
tweeling
kłócić się z
start learning
ruzie maken met
dobrze się dogadywać z
start learning
goed kunnen opschieten met
mieć z kimś coś wspólnego
start learning
iets gemeen hebben met iemand
ściszać
start learning
zachtjes zetten
odrzucać
start learning
afwijzen
podgłaśniać, podkręcać
start learning
hoger zetten
pojawić się (nagle)
start learning
opduiken
sąsiedztwo
start learning
buurt
dzieciństwo
start learning
kinderjaren
porozumienie
start learning
overeenkomst
Niecierpliwy
start learning
ongeduldig
przystojny
start learning
knap
piękny
start learning
prachtig
z nadwagą
start learning
overgewicht
dobrze zbudowany
start learning
goed gebouwd
proste
start learning
steil
falowane włosy
start learning
golvend haar
kręcone włosy
start learning
krullend haar
ciemne włosy
start learning
donker haar
jasna cera
start learning
lichte huid
rude włosy
start learning
rood haar
znamię
start learning
huidvlek
piegi
start learning
sproeten
pryszcz
start learning
puist
zgadzać się z
start learning
het eens zijn met
pytać o
start learning
vragen naar
prośić o
start learning
vragen om
iść do przodu żyć dalej
start learning
verdergaan
przechodzić do
start learning
overgaan naar
przesunąć się
start learning
opschuiven
bezdomny
start learning
dakloos
tendencja
start learning
tendens

You must sign in to write a comment