Swedish Dutch Dictionary

Svenska - Nederlands, Vlaams

sträng in Dutch:

1. streng


Hij vader is heel streng
We geven geen kortingen, zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
Dima, zei Al-Sayib streng, "je weet dat je als een broer van een andere moeder voor me bent, maar... een Arabier bedriegen is onvergeeflijk. Aju!"

2. draad


Tom maakte de draad vast aan de vlieger.