Portuguese Dutch Dictionary

português - Nederlands, Vlaams

estômago in Dutch:

1. maag maag


Ik voel een branden in mijn maag.
Mijn maag gromt.
Eten wordt verteerd in de maag.
De maag is een van de interne organen.
Een hongerige maag denkt alleen nog aan brood.
Maag en voet redetwisten voortdurend over wie de sterkste is.
Ik vroeg hoe het was met haar maag, want gisteren was ze ziek.

Dutch word "estômago"(maag) occurs in sets:

Nivel A1 Dutch
Órgãos em holandês