Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

zastosować in Dutch:

1. aanbrengen


De gel gelijkmatig op de huid aanbrengen.
Om veiligheidsredenen zullen wij een waarschuwing op de voorkant van het apparaat aanbrengen.

2. gelden



Dutch word "zastosować"(gelden) occurs in sets:

Ik wil graag reageren op uw mail.
Weekend en vrije dagen

3. opbrengen