Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

wynik in Dutch:

1. Uitkomst Uitkomst



2. resultaat resultaat


Dit resultaat laat veel te wensen over.
Wanneer laat ge mij het resultaat weten?
Hij was verbijsterd over het onverwachte resultaat.
Wat doe je als je iets dat je zelf niet begrijpt op je lichaam hebt laten zetten en een onverwacht resultaat hebt gekregen?
Het resultaat van de verkiezingen was winst voor de liberalen.
Zijn inspanningen hebben resultaat opgeleverd.
Ik maak me zorgen over het resultaat.
De conferentie leidde to geen enkel resultaat.
Ge zijt verantwoordelijk voor het resultaat.
Ik ben helemaal niet tevreden met het resultaat.
Zijn talent en intelligentie tentoonspreiden geeft dikwijls een verkeerd resultaat.
Ervan afgezien dat de omstandigheden wat anders waren, was het resultaat van ons experiment hetzelfde als dat van Robinson.

3. het gevolg



Dutch word "wynik"(het gevolg) occurs in sets:

lista rzeczowników z 'het' A-L

4. voortvloeien uit



5. resulteren



Dutch word "wynik"(resulteren) occurs in sets:

Taaltalent 4

6. het resultaat


Wat was het resultaat van de actie?

Dutch word "wynik"(het resultaat) occurs in sets:

1000 rzeczowników po niderlandzku 401 - 450

7. de uitslag



Dutch word "wynik"(de uitslag) occurs in sets:

Słówka Usłyszane 43