1. de overstap
2. de schakelaar
Dutch word "przełącznik"(de schakelaar) occurs in sets:
naar sterren luisteren3. schakelaar
Hij gebruikte de schakelaar en deed de kamer baden in het licht.
Dutch word "przełącznik"(schakelaar) occurs in sets:
Słówka holenderskie IV4. wisselen
van plaats wisselen
Alvorens ergens naartoe te gaan zouden we wat geld moeten wisselen.