1. vernietigen
Geluk is meer dromen hebben dan de realiteit kan vernietigen.
Dutch word "anulować"(vernietigen) occurs in sets:
500 czasowników po niderlandzku 1 - 502. annuleer
3. annuleren
Dutch word "anulować"(annuleren) occurs in sets:
Lekcja 31-324. opheffen
Ge kunt de piano niet opheffen.
5. aflasten