Dutch Dutch Dictionary

Nederlands, Vlaams - Nederlands, Vlaams

op in Dutch:

1. recht hebben recht hebben



Dutch word "op"(recht hebben) occurs in sets:

Vaste voorzetsels 6
Vaste voorzetsels 8

2. wachten wachten


We wachten al uren op uw komst.
Brian liet Kate wachten.
Ze beloven ons gouden bergen, maar ik heb zo het vermoeden dat we op de vervulling van die beloften kunnen wachten tot sint-juttemis.
Aangezien ik de trein had gemist, moest ik zowat een uur wachten op de volgende.
Er is mij gevraagd hier te wachten.
Hoe moeilijk kan wachten soms zijn!
Men liet me een eeuwigheid wachten.
In dit vreemde land zaten de mensen op de bushalte rustig op hun hurken op de bus te wachten.
Zoudt ge willen wachten?
Laat me a.u.b. niet wachten, kom dadelijk, wil je?
Het leek hem zinloos om nog langer te wachten.
Gelieve dit formulier in te vullen en te wachten tot wij iets laten weten.
We hebben sinds de ochtend zitten wachten, maar uiteindelijk is hij niet gekomen.
Jim is boos omdat zijn vriendin hem liet zitten bij hun filmafspraakje. Hij stond wel een uur in de regen op haar te wachten.
Waar wachten wij op?

Dutch word "op"(wachten) occurs in sets:

Vaste voorzetsels 4

3. lijken lijken


Zij lijken zo op elkaar.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
też: 1. gelijken, 2. schijnen, 3. passen
Sluit u aan bij mensen die betrouwbaar lijken.
Ze lijken zo op elkaar dat ik ze nooit uit elkaar kan houden.
Hun kleren lijken erg op die van onze voorouders.
Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.
Bill en zijn jongere broer lijken helemaal niet op elkaar.
Ik zal de maatregelen nemen die mij noodzakelijk lijken.
De lokale schoolcommissie zou over lijken gaan om dat boek te verbieden.
Japanse vrouwen lijken klein en vriendelijk.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
Voor velen lijken de veranderingen onvermijdelijk.

Dutch word "op"(lijken) occurs in sets:

Vaste voorzetsels 2
Vaste voorzetsels 5

4. reageren



5. invloed hebben



Dutch word "op"(invloed hebben) occurs in sets:

Vaste voorzetsels 7