Latin Dutch Dictionary

latine - Nederlands, Vlaams

medicamentum in Dutch:

1. medicijnen medicijnen


Hij ging naar Amerika om medicijnen te studeren.
De dokter schreef medicijnen voor voor de patiënt.
Ik moet medicijnen nemen.
De medicijnen versnelden het groeiproces.
Mijn zoon is in de Verenigde Staten om Medicijnen te studeren.
De dokter heeft de patiënt medicijnen voorgeschreven.
Ga haar medicijnen halen en een glas water.
Ik heb wat medicijnen nodig om de pijn te bestrijden.