French Dutch Dictionary

Français - Nederlands, Vlaams

detester in Dutch:

1. haten haten


Die mensen haten alle vreemdelingen.
De meesten haten foutopsporing. Het is plezanter fouten te programmeren dan ze te verwijderen.

Dutch word "detester"(haten) occurs in sets:

vocabulaire 1

2. een hekel hebben aan een hekel hebben aan