English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

imply in Dutch:

1. bedoelen bedoelen



Dutch word "imply"(bedoelen) occurs in sets:

engels mavo 4 hoofdstuk 3 4

2. inhoud


Om de inhoud te berekenen vermenigvuldig je de lengte met de breedte en daarna met de diepte.
Dit bierglas heeft een inhoud van een "pint". Maar hoeveel is dat?

Dutch word "imply"(inhoud) occurs in sets:

rules for the BCC and esu young writers award

other words beginning with "I"

immediately in Dutch
impact in Dutch
impatient in Dutch
impolite in Dutch
important in Dutch
impossible in Dutch