1. chocolade
Ik hou van chocolade.
Kom naar Transkarpatië, we zullen blij zijn u te ontvangen, we zullen u onthalen met zelfgestookte wodka en varkensvet in chocolade!
Wie wil er warme chocolade?
Ik ben op dieet, en ik zou willen weten of ge van chocolade verdikt.
Gelukkige chocolade die, na de wereld te hebben doorkruist doorheen de glimlach van de vrouwen, de dood vond in een heerlijke en smeltende kus van hun mond.
Dutch word "chocolate"(chocolade) occurs in sets:
6.2 WATER PLEASEEngels hoofdstuk 6Dutch Milestone A1 1