German Dutch Dictionary

Deutsch - Nederlands, Vlaams

führerschein in Dutch:

1. rijbewijs


Heeft u een rijbewijs?
Mijnheer, mag ik uw rijbewijs zien?
Heb je je rijbewijs?
Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.
Ik denk dat het voor u niet moeilijk zal zijn om een rijbewijs te halen.
Toon mij uw rijbewijs alstublieft.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Mag ik uw rijbewijs zien, a.u.b.?
Uw rijbewijs is niet meer geldig.
Ze wou een rijbewijs halen.