Chinese Dutch Dictionary

中文, 汉语, 漢語 - Nederlands, Vlaams

烘烤 in Dutch:

1. bakken bakken


bakte. bakten. gebakken
bakken, bakte, gebakken. Grootmoeder bakte heerlijke wafels voor ons. De bakker heeft weer lekker vers brood gebakken.
Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.