Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

zwycięstwo in Dutch:

1. overwinning overwinning


Een overwinning behaald met geweld is evenveel waard als een nederlaag, want ze is maar tijdelijk.
In 1958 heeft Brazilië zijn eerste overwinning behaald op het Wereldkampioenschap.
De Normandische overwinning tegen Engeland heeft een grote invloed gehad op de Engelse taal.
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
De speler droeg bij aan de overwinning.
Meiden, jullie hebben het hartstikke goed gedaan. Jullie hebben deze overwinning eerlijk verdiend.
Overwinning is onwaarschijnlijk, maar mogelijk.
Het is een gemakkelijke overwinning.
Dit is jouw overwinning.